Overzichtsartikel 29. Stearns HC, 3rd. Radiology review (slipped capital femoral epiphysis). Orthop Nurs. 1987 Jan-Feb;6(1):43-5. 30. Hart ES, Grottkau BE, Albright MB. Slipped capital femoral epiphysis: don’t miss this pediatric hip disorder. Nurse Pract. 2007 Mar;32(3):14, 6-8, 21. 31. Mann D, Weddington J. Slipped capital femoral epiphysis. Results of treatment with a single cannulated screw. Orthopedics. 1989 Feb;12(2):251-5. 32. Lacroix VJ. A complete approach to groin pain. Phys Sportsmed. 2000 Jan;28(1):66-86. 33. Bodine SC. Disuse-induced muscle wasting. Int J Biochem Cell Biol. 2013 Jun 22. 34. Degens H, Alway SE. Control of muscle size during disuse, disease, and aging. Int J Sports Med. 2006 Feb;27(2):94-9. 35. Bloomfield SA. Changes in musculoskeletal structure and function with prolonged bed rest. Med Sci Sports Exerc. 1997 Feb;29(2):197-206. 36. Marimuthu K, Murton AJ, Greenhaff PL. Mechanisms regulating muscle mass during disuse atrophy and rehabilitation in humans. J Appl Physiol. 2011 Feb;110(2):555-60. 37. Crameri RM, Langberg H, Magnusson P, Jensen CH, Schroder HD, Olesen JL, et al. Changes in satellite cells in human skeletal muscle after a single bout of high intensity exercise. J Physiol. 2004 Jul 1;558(Pt 1):333-40. 38. Storch EK, Kruszynski DM. From rehabilitation to optimal function: role of clinical exercise therapy. Curr Opin Crit Care. 2008 Aug;14(4):451-5. 39. Jones SW, Hill RJ, Krasney PA, O’Conner B, Peirce N, Greenhaff PL. Disuse atrophy and exercise rehabilitation in humans profoundly affects the expression of genes associated with the regulation of skeletal muscle mass. FASEB J. 2004 Jun;18(9):1025-7. 40. Rubin G, Monder O, Zohar R, Oster A, Konra O, Rozen N. Toe-touch weight bearing: myth or reality? Orthopedics. 2010 Oct;33(10):729. Over de auteurs Departement Revalidatiewetenschappen, Leuven, België Annemie Batjoens is geneesheer-specialist in opleiding in de Fysische Geneeskunde en Revalidatie, in het Universitair Ziekenhuis te Leuven. Koen Peers is diensthoofd van het departement Fysische Geneeskunde en Revalidatie in het Universitair Ziekenhuis te Leuven, verantwoordelijke van het Sportmedisch Adviescentrum van het Universitair Ziekenhuis te Leuven, programmadirecteur Sportgeneeskunde en hoofddocent aan de Katholieke Universiteit Leuven. Corresponderende auteur: Dr. Annemie Batjoens UZ Leuven, campus Gasthuisberg Departement Fysische Geneeskunde en Revalidatie Herestraat 49 3000 Leuven Samenstelling: SYNVISC® en SYNVISC-ONE® is verkrijgbaar als 2 ml respectievelijk 6 ml en bevat Hylaan G-F 20. Hylaan G-F 20 bevat hylaan A en hylaan B. Indicaties: Hylaan G-F 20 • dient als tijdelijk vervangingsmiddel en supplement van synoviaal vocht. • is een middel waar patienten in alle fasen van gewrichtsaandoeningen baat bij vinden. • is meest effectief bij patienten die actief zijn en het aangedane gewricht regelmatig gebruiken. • Het therapeutische effect van hylaan G-F 20 wordt bewerkstelligd door viscositeitsaanvulling, een proces waarbij de fysiologische en rheologische toestand van de door artrose aangetaste gewrichtsweefsels worden hersteld. Viscositeitsaanvulling met hylaan G-F 20 is een behandeling die erop gericht is de pijn en het ongemak te verminderen om zodoende de beweeglijkheid van het gewricht te vergroten. In vitro studies hebben aangetoond dat hylaan G-F 20 de kraakbeencellen beschermt tegen bepaalde vormen van fysische en chemische schade. SYNVISC® is alleen bedoeld voor intra-articulair gebruik door een arts voor de behandeling van pijn ten gevolge van osteoartrose in de knie, heup, enkel en schouder. SYNVISC-ONE® is alleen bedoeld voor intra-articulair gebruik door een arts voor de behandeling van pijn ten gevolge van osteoartrose in de knie. Dosering: Het doseringsregiem voor hylaan G-F 20 is afhankelijk van het gewricht dat dient te worden behandeld. Osteoartrose van de knie: SYNVISC®: Het aanbevolen behandelingsregiem is drie injecties van 2 ml in de knie met een interval van een week tussen elke injectie. Voor het beste resultaat is het belangrijk dat alle drie de injecties worden toegediend. De maximale aanbevolen dosis is zes injecties binnen zes maanden, met ten minste vier weken tussen de behandelingen. SYNVISC-ONE®: Het aanbevolen behandelingsregiem is een injectie van 6 ml in de knie. De injectie mag 6 maanden na de eerste injectie herhaald worden, indien dit gerechtvaardigd wordt door de symptomen van de patient. Osteoartrose van de heup / enkel / schouder: SYNVISC® Het aanbevolen behandelingsregiem is een injectie van 2 ml. Indien er echter na deze injectie geen verlichting van de symptomen optreedt, wordt geadviseerd een tweede injectie van 2 ml toe te dienen. Klinische gegevens hebben uitgewezen dat patienten baat hebben bij deze tweede injectie wanneer deze 1 tot 3 maanden na de eerste injectie wordt toegediend. De behandeling met hylaan G-F 20 beinvloedt alleen het geinjecteerde gewricht en heeft geen algemeen systemisch effect. SYNVISC® Voor patienten die op de behandeling reageren, wordt gemeld dat het effect over het algemeen tot zesentwintig weken duurt, hoewel kortere en langere perioden ook zijn vastgesteld. De verwachte klinische gegevens bij patienten met osteoartrose van de knie hebben een duur van het effect van de behandeling van 52 weken aangetoond, na een serie van drie injecties met SYNVISC®. SYNVISC-ONE® Verwachte klinische gegevens van patienten met osteoartrose in de knie laten zien dat patienten baat hebben bij de behandeling tot 26 weken, na een injectie met SYNVISC-ONE®. Contra-indicaties: In aanwezigheid van veneuze en lymfatische stase in het betreffende ledemaat, mag hylaan G-F 20 niet in het gewricht worden ingespoten. • Hylaan G-F 20 mag niet in ontstoken of sterk inflammatoire gewrichten worden gebruikt of bij patienten met huidaandoeningen of infecties in de omgeving van de injectieplaats. Waarschuwingen: Hylaan G-F 20 mag niet worden gebruikt als er sprake is van aanzienlijke intra-articulaire effusie. • Net zoals bij elke invasieve gewrichtsprocedure verdient het aanbeveling dat patienten na een intra-articulaire inspuiting geen zware inspanningen doen en hun normale activiteiten na enkele dagen hervatten. • Hylaan G-F 20 is nog niet getest bij zwangere vrouwen en kinderen onder 18. • Hylaan G-F 20 bevat kleine hoeveelheden vogelproteine en mag niet worden toegediend aan patienten die hier overgevoelig voor zijn. Bijwerkingen: Bijwerkingen met betrekking tot het gewricht waarin de injectie met hylaan G-F 20 heeft plaatsgevonden zijn: tijdelijke pijn en/of zwelling en/of effusie. Ervaringen die zijn opgedaan nadat SYNVISC® op de markt is gebracht, hebben uitgewezen dat in bepaalde gevallen de effusie aanzienlijk kan zijn en sterke pijn kan veroorzaken; het is belangrijk het vocht te verwijderen en te analyseren om infectie of kristalartropatieen uit te sluiten. Deze reacties nemen gewoonlijk binnen enkele dagen af. Het klinische nut van de behandeling kan na dergelijke reacties toch nog merkbaar zijn. Intra-articulaire infecties deden zich in geen van de klinische studies van SYNVISC®/SYNVISC-ONE® voor en werden slechts zelden gedurende het klinische gebruik van SYNVISC® gemeld. • Ervaringen die zijn opgedaan nadat het product op de markt gebracht is, wijzen uit dat de volgende systemische gebeurtenissen zelden voorkomen bij toediening van SYNVISC®: uitslag, netelroos, jeuk, koorts, misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid, rillingen, spierkrampen, paresthesie, perifere oedemen, onbehaaglijkheid, ademhalingsmoeilijk-heden, opvliegers en een gezwollen gezicht. • Bij gecontroleerde klinische studies met SYNVISC® was er geen sprake van statistisch significante verschillen in de aantallen en/of soorten systemische bijwerkingen tussen de groep patienten die SYNVISC® hadden gekregen, en de groep die controlebehandelingen ontvingen. • In de gecontroleerde klinische studie met SYNVISC-ONE® waren de frequentie en de soorten bijwerkingen gelijk tussen de groep patienten die SYNVISC-ONE® toegediend kregen en de groep die een placebo kreeg. Verpakking: De inhoud van elke spuit is steriel en pyrogeenvrij. Bewaren tussen +2°C en +30°C. Niet bevriezen. SYNVISC® wordt geleverd in een glazen spuit van 2,25 ml met 2 ml hylaan G-F 20. SYNVISC-ONE® wordt geleverd in een glazen spuit van 10 ml met 6 ml hylaan G-F 20. Deze informatie is het laatst herzien in oktober 2012 Voor meer informatie zie de productinformatie in de verpakking Sanofi-aventis Netherlands B.V. Kampenringweg 45 E, 2803 PE Gouda Tel.: 0182 557 755 REFERENTIES 1. Langworthy MJ, Saad A, Langworthy NM. Conservative treatment modalities and outcomes for osteoarthritis: the concomitant pyramid of treatment. Phys Sportsmed. 2010;38(3):1-13. 2. SYNVISC®/SYNVISC-ONE® European Prescribing Information. Naarden, The Netherlands; Genzyme Europe B.V.; 2010. 3. Balazs EA, Watson D, Duff IF, Roseman S. Hyaluronic acid in synovial fluid, I: molecular parameters of hyaluronic acid in normal and arthritic human fluids. Arthritis Rheum. 1967;10(4):357-376. 4. Raynauld J-P, Torrance GW, Band PA, et al; Canadian Knee OA Study Group. A prospective, randomized, pragmatic, health outcomes trial evaluating the incorporation of hylaan G-F 20 into the treatment paradigm for patients with knee osteoarthritis (part 1 of 2): clinical results. Osteoarthritis Cartilage. 2002;10(7):506-517. 5. Raman R, Dutta A, Day N, Sharma HK, Shaw CJ, Johnson GV. Efficacy of hylaan G-F 20 and sodium hyaluronate in the treatment of osteoarthritis of the knee—a prospective randomized clinical trial. Knee 2008;15(4):310-324. doi:10.1016/j.knee.2008.02.012. 6. Wang et al. BMC Musculoskeletal Disorder 2011, 12:195. 7. Waddell DD, Bricker DC. Total knee replacement delayed with hylaan G-F 20 use in patients with grade IV osteoarthritis. J Manag Care Pharm. 2007:13(2)113-121. TEL: +32 16 34 21 80 FAX: +32 16 34 21 84 E-mail: annemiebatjoens@ gmail.com NL.HYL.13.10.01 SYN1012 - SCORE Communication 11/2013 nummer 5 | november 2014 | Sport & Geneeskunde 15 Pagina 14

Pagina 16

Heeft u een lesboek, turnpages of web vaktijdschriften? Gebruik Online Touch: vaktijdschrift online uitgeven.

Sport & Geneeskunde nummer 5 | november 2014 Lees publicatie 42Home


You need flash player to view this online publication