Algemene richtlijn eetstoornissen bij sporters Doel richtlijn en doelgroep Deze richtlijn tracht hulp te verschaffen bij het herkennen van eetstoornissen en handvaten te geven voor het behandeltraject. De richtlijn is primair bedoeld voor behandelaars maar bevat ook relevante informatie voor begeleiders. Deze richtlijn is afgeleid van de richtlijn eetstoornissen voor senioren en senioren-1 topsporters uit de focusprogramma’s van de Sportagenda. (Begeleiders van) overige sporters kunnen van deze richtlijn profiteren, maar de verwijsstructuur zal lokaal moeten worden geregeld. Inleiding Eetstoornissen komen relatief vaak voor bij topsporters en vaker bij vrouwen dan bij mannen. Ook tussen sporten komen grote verschillen voor waarbij er in sporten met gewichtsklassen meer eetstoornissen optreden (tot 30% gerapporteerd bij vrouwen) dan in sporten waar het gaat om duuruithoudingsvermogen (9% gerapporteerd bij mannen). Daarnaast komen eetstoornissen ook veelvuldig voor in de esthetische sporten (Sundgot Borgen, 2004). Eetstoornissen kunnen een grote impact hebben op de sporter zelf én zijn/haar (directe) omgeving. Voor een overzicht van de verschillende soorten eetstoornissen zie Appendix A. Eén van de uitingen van een eetstoornis kan zijn dat er gewichtsverlies optreedt. De gevolgen van verschillende Tabel 1 Invloed van acuut gewichtsverlies Invloed van geleidelijk gewichtsverlies Spieruithoudingsvermogen Aerobe capaciteit Anaerobe capaciteit Geen duidelijke effect op de prestatie Invloed van gewichtsverlies op gezondheid Verstoorde thermoregulatie door dehydratie Herhaalde perioden van gewichtsverlies kunnen leiden tot een suboptimale status van vitamines en mineralen Chronisch vermoeid gevoel Verminderde paraatheid van het immuunsysteem Verminderde botdichtheid en vergrote kans op stressfracturen Bron: Acute and longterm weight loss and weight gain in elite athletes; influence on body composition and performance. Proefschrift dr. Ina Garthe, Oslo, 2011). vormen van gewichtsverlies op prestatie en gezondheid zijn onder andere: Aanpak Stap 1: Signaleren Het signaleren van een eetprobleem kan worden gedaan door de coach, maar ook door teamgenoten, vrienden/familie, topsportarts, diëtist, fysiotherapeut, fysieke trainer etc. Dit kan gemeld worden aan een sportarts (idealiter verbonden aan het topsportprogramma of CTO). Indien deze optie niet voorhanden is kan de huisarts de coördinerende rol op zich nemen. Stap 2: Anamnese/onderzoek De sportarts of huisarts (verder te noemen arts) is de casemanager. Bij het herkennen van een eetstoornis gaat het met name om het ‘niet-pluis-gevoel’. In een gesprek tussen de arts en de sporter zijn er diverse vragen te stellen die kunnen verduidelijken bij verdenking van een eetstoornis. De vragen kunnen worden gecategoriseerd in de volgende onderwerpen: - Voeding - Gewicht - Menstruatie - Blessures/trainingsregime nummer 4 | september 2014 | Sport & Geneeskunde 7 Pagina 6
Pagina 8Heeft u een gids, digi brochure of digi weekbladen? Gebruik Online Touch: club blad van papier naar digitaal converteren.
Sport & Geneeskunde nummer 4 | november 2014 Lees publicatie 43Home