Overzichtsartikel Tabel 2 Voeding Hoe ga je om met eten? Heb je een “relaxte” relatie met eten? Hoe ziet je eetpatroon eruit? Gewicht Wat was je hoogste en laagste gewicht het afgelopen jaar? Wat vind je je ideale gewicht voor wedstrijden? Hoeveel maaltijden eet je per dag? Heb je bewust je gewicht naar beneden gebracht de laatste tijd? Zijn er producten die je niet mag nemen (“verboden voedsel”)? Wat heb je gisteren gegeten en gedronken? Geef je wel eens bewust over na eten? Ben je momenteel tevreden met je gewicht? Hebben andere mensen een mening over je gewicht? Menstruatie Wanneer had je je eerste menstruatie? Is je cyclus na de menarche regulair geweest? Zo ja, hoe dan? Wat is de langste tijd geweest tussen twee cycli in? Wanneer was je laatste menstruatie? Gebruik je momenteel “de pil” of heb je dit in het verleden gebruikt? Wat is je gevoel over je menstruatiepatroon? ** ** Sporters met een eetstoornis zien vaak het liefst geen menstruatie (een vetpercentage toelaten dat hoog genoeg is voor een menstruatiecyclus wordt wel als falen gezien) Blessures/trainingsregime Heb je recent zelf je trainingsbelasting aangepast (type / duur / belasting / intensiteit) Doe je ook aan andere vormen van training buiten je eigen sport om? Heb je recent of langer geleden een stress fractuur of een “echte“ botbreuk gehad? Wanneer na de anamnese de verdenking blijft bestaan op een eetstoornis is vervolgonderzoek aan te bevelen en een multidisciplinaire aanpak van groot belang! Na het gesprek met daarbij de vragen genoemd in tabel 2 kan de arts op ‘baseline’ verschillende onderzoeken uitvoeren om de ernst van de fysieke gevolgen te kunnen inschatten. Deze parameters kunnen worden gebruikt voor follow-up. De te onderzoeken parameters zijn: - Circulatoire parameters (bradycardie? orthostatische hypotensie?) - ECG (QT tijd kan verlengd zijn) - Bloedonderzoek*: - Elektrolyten (Na, K, bicarbonaat en Cl zijn verstoord bij overgeven) - Hb, leukocyten (lichte leukopenie en anemie bij ondervoeding) - Ureum, kreatinine (kunnen verhoogd zijn bij ondervoeding en dehydratie) - ALAT, ASAT (kunnen stijgen tot 2x de normaalwaarde bij ondervoeding) - Albumine (verlaagd bij ondervoeding) - Glucose (verlaagd bij ondervoeding) - Op indicatie (bij bijvoorbeeld aanwezigheid van een stressfractuur) DEXA scan. O.b.v. IOC guidelines is te zeggen: Z score tussen -1 en -2: lage waarden, (nog) niet zorgelijk; Z score <-2 zorgelijke waarden, overleg met internist / kinderarts; Z score >-1: normaal. (* bron bovenstaande lab parameters: prof. dr. Eric van Furth, Centrum Eetstoornissen Ursula) In Appendix B staan symptomen (gecombineerd uit de anamnese en aanvullend onderzoek) die het noodzakelijk maken de trainingsbelasting drastisch te verminderen / te stoppen. De arts verricht anamnese en eventueel onderzoek en stelt een voorlopige diagnose. Stap 3: Diagnose Over het algemeen kan gezegd worden dat de oorzaak van eetproblematiek kan zijn: 1. een sportgedreven reden (voedingsprobleem); 2. een psychologisch probleem; 3. een psychiatrische stoornis. Indien bij stap 2 is gebleken dat er sprake is van een sportgedreven reden (voedingsprobleem) dan kan de arts verwijzen naar een sportdiëtist (zie stap 4). Het vervolgtraject moet uiteraard nauwlettend worden gevolgd en eventueel kunnen er alsnog experts worden geraadpleegd. 8 Sport & Geneeskunde | september 2014 | nummer 4 Pagina 7

Pagina 9

Heeft u een clubmagazine, modern media of eclubmagazines? Gebruik Online Touch: jaarverslag converteren naar een online publicatie.

Sport & Geneeskunde nummer 4 | november 2014 Lees publicatie 43Home


You need flash player to view this online publication