Als er na anamnese een vermoeden bestaat van een psychologisch probleem of psychiatrische stoornis is het raadzaam in dit stadium te toetsen en te verwijzen naar een specialist op dit gebied (psychiater of klinisch psycholoog). Geschat wordt dat in 10% van de topsporters met een eetstoornis er een niet-sportspecifieke reden van de eetstoornis aanwezig is. Deze specialist kan na analyse een diagnose stellen over de achtergrond van de eetstoornis en aanbevelingen doen over de behandeling en vervolgstappen. Na multidisciplinair overleg en eventueel contact met andere externe specialisten stelt de arts een definitieve diagnose en bepaalt het behandeltraject. Stap 4: Behandeltraject 1. Een sportgedreven reden/voedingsprobleem Als er sprake is van een sportgedreven reden (bijvoorbeeld in gewichtsklassesporten) overlegt de arts met een sportdiëtist (bij voorkeur verbonden aan het topsportprogramma of een CTO). Er is sprake van een voedingsprobleem en niet van een eetstoornis. De sportdiëtist dient: 1. samen met de arts het belang te benadrukken van voldoende eten / drinken voor een goede sportprestatie. 2. de calorische intake te meten (volgens de gebruikelijke methoden binnen de sportdiëtetiek). 3. advies te geven om het bestaande eet- en drinkpatroon langzaam te veranderen in een efficiënter en gezonder eetpatroon. 4. op indicatie kan een klinisch psycholoog worden ingeschakeld door de arts. 2. Een psychologisch probleem Als er een psychologisch probleem aan het eetprobleem ten grondslag ligt kan de arts verwijzen naar specialisten in psychologische begeleiding van sporters met een eetstoornis. Voorwaarde is dat deze consulent een klinisch psycholoog is met kennis van eetstoornissen. 3. Een psychiatrische stoornis Indien er sprake is van een psychiatrische stoornis onderliggend aan de eetstoornis, is behandeling bij de (sport)psychiater geadviseerd. 4. Ziekenhuisopname Indien de situatie zo ernstig is dat er opname is vereist, is dat mogelijk bij sporters tot 18 jaar in het AMC (centrum voor eetstoornissen ‘de Bascule’ via dr. Annemarie van Bellegem). Sporters ouder dan 18 jaar kunnen terecht in de Ursula Kliniek te Leidschendam (via prof. dr. Eric van Furth). Een beslissing / hard advies voor opname kan alleen genomen worden na multidisciplinair overleg met input van experts. Raadplegen experts Het kan voorkomen dat er overleg nodig is met experts. Voor landelijke en regionale topsportprogramma’s buiten de focus waar beloften, internationale, en/of nationale talenten actief zijn moet de verwijsprocedure lokaal worden geregeld. Rol coach en continuering training Beslissen of er wordt gecontinueerd met training (en zo ja met welke intensiteit etc.) is gebaseerd op het klinische plaatje en wordt gedaan door de arts in overleg met de coach. Hierbij geeft de arts aan wat medisch verantwoord is aan de coach. Deze beslissing kan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op: - De bereidheid om mee te werken aan de behandeling. - Aanhouden anthropometrie zoals geadviseerd (bijvoorbeeld; vetpercentage boven x %). - Acceptatie dat een normale menses nodig is voor een goede gezondheid. Het kan zinnig zijn een ‘contract’ op te stellen, waarin de afspraken met de sporter staan vermeld. Wanneer de sporter zich niet aan deze afspraken houdt kan de arts/ coach beslissen dat er niet meer/minder getraind gaat worden. Voor details betreffende de beslissing wel of niet door te gaan met sporten, zie Appendix B. Samengevat Arts: Is casemanager, 1. gaat na vermoeden/signalering het gesprek aan met de sporter (anamnese) en doet eventueel onderzoek. 2. Raadpleegt eventueel een (sport) psychiater / klinisch psycholoog. 3. Raadpleegt afhankelijk van de (voorlopige) diagnose overige experts. 4. Na de definitieve diagnose coördineert de arts de zorg en verwijst naar de sportdiëtist, klinisch psycholoog (idealiter gespecialiseerd in eetstoornissen), (sport) psychiater of ziekenhuis. nummer 4 | september 2014 | Sport & Geneeskunde 9 Pagina 8

Pagina 10

Scoor meer met een web winkel in uw mailings. Velen gingen u voor en publiceerden publicaties online.

Sport & Geneeskunde nummer 4 | november 2014 Lees publicatie 43Home


You need flash player to view this online publication