ling middels het plaatsen van coils in de ACHP werd overwogen, maar gezien de korte afstand vanaf de origo van de ACHP tot aan het begin van het trombusmateriaal werd er gekozen voor een operatieve correctie. Bij een korte afstand bestaat immers het gevaar dat de coils die gebruikt worden om het vat af te sluiten zich bij inspanning naar de arteria brachialis verplaatsen en daar een afsluiting geven. Pre-operatief werd er al gestart met toediening van acetylsalicylzuur. Vlak voor de operatie werd de positie van de origo van de ACHP echografisch afgetekend op de huid. Vervolgens werd via een axillaire benadering (middels een incisie van 5 cm dorsaal van de pectoralis major pees) de a. axillaris en de ACHP tussen de zenuwbundels van de plexus brachialis geidentificeerd (Figuur 4). Na heparinisatie en afklemmen van de a. axillaris werd de ACHP net voorbij zijn origo afgeknipt van de a. axillaris. Hierbij werd het trombusmateriaal in de ACHP geïdentificeerd. De ACHP werd distaal geligeerd en proximaal overhecht, zodanig dat er geen blindzak ontstond in de a. axillaris. Het post-operatief beloop was ongestoord en het acetylsalicylzuur werd gecontinueerd. Na één week werd onder fysiotherapeutische begeleiding de algehele conditietraining hervat tezamen met passieve en actieve bewegingsoefeningen van de schouder. De controle-echografie vier weken na de operatie toonde geen afwijkingen, waarna de bovenhandse activiteiten (waaronder het smashen) geleidelijk hervat werden. Later was patiënt klachtenvrij en was weer in staat om wedstrijden te spelen op zijn eerdere niveau. Anatomie, etiologie en klinische presentatie Bij bovenhandse sporters zoals intensieve volleyballers, pitchers bij honkbal en tennissers treden er veelvuldig sterk verhoogde biomechanische krachten op rondom de schoudergordel. De meest voorkomende schouder problemen bij bovenhandse sporters zijn van orthopedische aard en hebben vaak als hoofdklacht pijn en spierzwakte rondom het schoudergewricht.2 Figuur 1. Vingerdruk metingen. In de vierkanten de absolute drukken in mmHg en daaronder de vinger-brachiale index. Afwijkingen van vasculaire aard zijn zeldzaam en presenteren zich meestal met klachten van koude vingers.2,3 De ACHP ontspringt uit het distaal derde gedeelte van de a. axillaris en behoort samen met de veel kleinere a. circumflexa humeri anterior tot de collaterale circulatie van de humeruskop en spiergroepen van de schoudergordel. De ACHP verloopt naar dorsaal en gaat ter hoogte van zijn midden segment tezamen met de nervus axillaris door de zogenaamde quadrilaterale ruimte. Deze ruimte wordt aan de laterale zijde begrenst door de humerus, aan de craniFiguur 2. Angiografie van de schouder. De occlusie van de ACHP is aangegeven met de witte pijl. De dilatatie c.q. aneurysma is niet zichtbaar omdat dit gevuld is met trombus. nummer 1 | maart 2015 | Sport & Geneeskunde 21 Pagina 20

Pagina 22

Scoor meer met een e-commerce shop in uw publicaties. Velen gingen u voor en publiceerden drukwerk online.

Sport & Geneeskunde nummer 1 | maart 2015 Lees publicatie 45Home


You need flash player to view this online publication