geven tot repeterend uitrekkende krachten op de ACHP. De lengte van de ACHP is anatomisch wisselend, maar bij een relatief korte arterie kan de lengte onvoldoende zijn om traumatische overrekking, zoals bij smashen, te voorkomen. Dit verklaart ook waarom niet alle volleyballers een dergelijk letsel oplopen, maar waarschijnlijk alleen degene met een aangeboren relatief korte arterie. Verder ontstaat er tijdens de smash een neerwaartse verplaatsing van de humeruskop, wat een repeterend stomp trauma aan de a. axillaris en de ACHP kan veroorzaken. Deze bovengenoemde repeterende krachten kunnen chronische schade veroorzaken aan de vaatwand van ACHP, wat kan resulteren in een lokale trombose dan wel een lokale dilatatie c.q. aneurysma. Meestal zien we een combinatie van aneurysma met trombus. Rohrer et al. toonden aan dat er een compressie optreedt van de arteriën rondom de a. axillaris wanneer de arm in slag positie gebracht wordt.4 Indien er zich lokale trombi gevormd hebben kan dit bij een explosieve contractie leiden tot uitpersen van emboli uit de ACHP (door druk van de humerus kop en uitrekkende krachten) naar de a. axillaris, tegen de bloedstroom richting in, waardoor embolisatie naar de handcirculatie ontstaat.4-9 kan een aanwijzing zijn voor embolisatie naar de handcirculatie. Vervolgens kan er een echo-doppler onderzoek verricht worden van de schouder, arm en handarteriën. In de axilla verdient de a. axillaris en de direkte zijtakken waaronder de ACHP speciale aandacht. Er wordt speciaal gelet op de aanwezigheid van aneurysmata en trombi. Met echodoppler onderzoek is afbeelding van de ACHP goed mogelijk.11 Op de real-time echo-doppler kan de bewegende In het beginstadium presenteren patiënten zich met koude vingers alleen na een wedstrijd c.q. training. Bij verdere verslechtering van de handcirculatie zijn de klachten ook in rust aanwezig. Dit is het gevolg van een afgenomen capaciteit van de collaterale handcirculatie. De klachten zijn alleen aanwezig in de dominante slagarm. Er zijn geen beperkingen qua schouderpijn en geen pijn in de schouder. De nervus axillaris loopt samen met de ACHP door de quadrilaterale ruimte, vandaar dat men ook spreekt van ‘quadrilateral space syndrome’.10 Indien ook de nervus axillaris is aangedaan door compressie in de quadrilaterale ruimte is er pijn rondom de schouder gepaard gaande met een zwakte van de schoudermusculatuur (M. Deltoideus) en lokale drukpijn over de quadrilaterale ruimte ter hoogte van de M. Teres minor. Paresthesiën in het verzorgingsgebied van de n. axillaris komen dan voor. Diagnostiek De exacte prevalentie onder professionele volleyballers is niet bekend. De diagnostiek begint met palpatie van de polsarteriën en de Allen-test voor de beoordeling van de handcirculatie. Vervolgens worden de brachialis en vingerdrukken plethysmografisch gemeten in het vaatlaboratorium. Een verlaagde vinger-brachiale index (kleiner dan 0,80) trombus in de ACHP soms gezien worden. Gedetailleerde anatomische informatie van de a. axillaris en zijn directe zijtakken is essentieel voor de keuzes die gemaakt moeten worden in het behandel traject. Ook het vaststellen van emboli in de digitale arteriën is van belang in de besluitvorming. Tot op heden hebben wij altijd gekozen voor een angiografie, maar gezien de resolutie van de hedendaagse CT-Angiografie en MR-Angiografie genieten deze de voorkeur, omdat niet alleen het doorgankelijke lumen maar ook het gehele aneurysma met trombus gevisualiseerd wordt. Het is bij de diagnostiek belangrijk om niet alleen een pathologische ACHP vast te stellen, maar ook distale embolisatie, aangezien occlusie van de ACHP ook kan voorkomen bij asymptomatische personen indien beeldvorming in abductie wordt verricht.12 Differentiaaldiagnose De meest voorkomende problemen in de schouder bij bovenhandse sporters zijn rotator cuff problemen, schouder instabiliteit, impingement, laesies van het labrum glenoïdale en verschillende zenuw entrapment syndromen.13 Deze aandoeningen geven vaak pijn, spieratrofie en sensibiliteitsstoornissen rondom de schoudergordel. Andere vaataandoeningen rondom de schouder zijn het arteriële thoracic outlet syndroom (TOS) en de inspanningsgerelateerde thrombose van de vena axillaris-subclavia (PagetSchroetter syndroom). Bij symptomen van digitale ischemie dienen ook een aneurysma of wandstandige afwijkingen van de thoracale aorta of cardiale emboli ten gevolge van hartritmestoornissen zoals atriumfibrillatie, in overweging te worden genomen. Behandeling De humeruskop en de musculatuur rondom de schouder hebben een ruim collateraal vermogen om een occlusie van de ACHP te compenseren zodat er geen clAudicatio intermittens van de schoudermusculatuur of vermindering van slagkracht ontstaat. De handcirculatie heeft een ruim herstellend vermogen na eerdere embolisatie in digitaal arteriën. Indien nummer 1 | maart 2015 | Sport & Geneeskunde 23 Pagina 22
Pagina 24Voor catalogi, online studiegidsen en cursussen zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw relatiemagazines.
Sport & Geneeskunde nummer 1 | maart 2015 Lees publicatie 45Home