Topsport en Sportparticipatie zijn een sterke eenheid, maar verschillen van elkaar in de uitwerking van beleid. Topsport vraagt overwegend om een sterke regie van bovenaf terwijl bij Sportparticipatie overwegend het lokale initiatief gestimuleerd dient te worden. ‘Centraal wat centraal moet’ bij topsport; ‘decentraal wat decentraal kan’ bij sportparticipatie. De tekst over sportparticipatie in deze Sportagenda heeft vooral als doel het lokale niveau te inspireren en waar nodig te faciliteren, terwijl in de uitwerking van topsport concreet de lijnen worden uitgezet voor het landelijke Topsportbeleid. Doen! Focussen dus. Denken en handelen in doorbraken. Maar vooral ook minder regelgeving en meer doen! Rode draad in deze Sportagenda 2016 is het omzetten van woorden naar daden en van papier naar praktijk. Daarbij is van belang dat we ons realiseren dat sport mensenwerk is: van vrijwilligers in verenigingsverband en professionals bij sportbonden en NOC*NSF. Om onze doelen te kunnen realiseren, moeten sportbonden niet alleen het beste uit hun eigen mensen halen, maar ook uit samenwerkingsverbanden. Een heldere visie op de ontwikkeling van de eigen sport is daarbij leidend en een sterke organisatie met de goede mensen op de juiste plaats de noodzakelijke basis. De Sportagenda is daarmee ook een plan geworden dat past in het Olympisch Plan 2028 en aansluit bij de voornemens van het kabinet, verwoord in de beleidsbrief ‘Sport en bewegen in Olympisch perspectief‘. Ook het kabinet streeft immers na dat Nederlanders meer in hun eigen buurt kunnen sporten, terwijl het ook vindt dat ons land tot de beste tien topsportlanden van de wereld moet behoren. SPORTAGENDA 2016 | 9 Pagina 8
Pagina 10Scoor meer met een webwinkel in uw publicaties. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijscatalogussen online.
Sportagenda 2016 Lees publicatie 10Home