Overzichtsartikel len (gebrek aan kennis) of wel bekend zijn, maar ze alsnog niet uitvoeren omdat ze negatieve overtuigingen over het gebruik hebben (Voor meer informatie over determinanten van sporters, zie Kadertekstblok 1). De effectieve maatregelen inzake enkelblessurepreventie blijken niet voldoende geïmplementeerd bij de sporters. Voorafgaand aan de implementatie van de gedragsinterventie ‘Versterk je Enkel, voorkom blessures’ is bij de doelgroep nagegaan hoe zij bereikt kunnen en willen worden als het gaat om blessurepreventie. Uit een grootschalig onderzoek naar de veiligheidsbeleving (blessurepreventie) onder sporters bleek dat zowel bij voetbal als volleybal een sterke voorkeur bestond voor informatievoorziening (kennisoverdracht) via het internet (46% van de veldvoetballers en 44% van de volleyballers), daarnaast hadden sporters een voorkeur voor informatievoorziening via de sportvereniging/trainer (39% van de veldvoetballers en 28% van de volleyballers)14 . Doelgroep Zowel veldvoetballers en volleyballers stonden open voor kennisoverdracht via hun sportvereniging14 . Binnen een vereniging zijn er diverse intermediairs, zoals trainers en teamcoaches/teambegeleiders (voetbal en volleybal) en fysiotherapeuten betrokken bij de doelgroep. Kwalitatief en kwantitatief onderzoek onder deze intermediairs toonde aan dat trainers/coaches de beste intermediairs waren om de uiteindelijke doelgroep, de veldvoetballers en volleyballers, te bereiken15 . Trainers/coaches stonden open voor blessurepreventie wanneer: - de gedragsinterventie werd gericht op het voorkomen van recidieven van enkelblessures en niet op het voorkomen van enkelblessures in het algemeen; - de informatie die zij kregen makkelijk toepasbaar was; - balans- en coördinatieoefeningen makkelijk toepasbaar en relevant waren, het liefst spelsituationeel, zodat zij makkelijk in de training opgenomen konden worden; - de afzender van de gedragsinterventie een aansprekende en ter zake doende deskundige was (sportbond, overkoepelende organisatie of bekende speler/club); - de materialen van de gedragsinterventie het liefst aangeboden werden door alleen de club of sportbond. Naar aanleiding van dit onderzoek en het feit dat beide sporttakken teamsporten zijn, koos VeiligheidNL er voor trainers als intermediaire doelgroep te gebruiken. Omdat beide sporttakken hun trainers elk op eigen wijze benaderen en bijscholen, is gekozen om de gedragsinterventie sporttak-specifiek te maken. Naast de sporttak-specifieke gedragsinterventie werd een algemene website met infor34 Sport & Geneeskunde | november 2015 | nummer 3 matie ontwikkeld. Omdat het traject met volleybal als eerste werd afgerond, wordt in dit artikel verder alleen deze sporttak beschreven. Stap 2: Veranderdoelen Het hoofddoel van de interventie was het stimuleren van het gebruik van een enkelbrace en het doen van balans- en coördinatieoefeningen voor de enkel bij volleyballers. Uit focusgroepgesprekken met volleyballers bleek dat kennis en attitude de belangrijkste determinanten waren voor deze sporters. We kozen daarom voor kennis en attitude als de belangrijkste veranderbare determinanten en wilden de eindgroep bereiken via een intermediaire doelgroep bestaande uit trainers/coaches. Voorbeelden van (sub)doelen die we geformuleerd hebben: - De trainer/coach weet na de gedragsinterventie dat het verstandig is om blijvend een brace te dragen tijdens trainingen en wedstrijden na een enkelblessure. - De trainer/coach weet na de gedragsinterventie dat het gebruik van een enkelbrace een goed herstel van de enkelbanden niet in de weg staat. - De trainer/coach weet na de gedragsinterventie dat het gebruik van een enkelbrace niet tot verminderde stabiliteit van de enkelbanden leidt. - De trainer/coach weet na de gedragsinterventie welke balansen coördinatie oefeningen sporters gedurende een bepaalde periode moeten doen na een enkelblessure. - De trainer/coach weet hoe hij balans- en coördinatie oefeningen voor de enkel in kan passen in zijn training. Stap 3: Theoretische methodieken en praktische technieken In het doelgroeponderzoek onder intermediairs hadden de trainers aangegeven dat de oefeningen die zij in hun training konden opnemen of aanbevelen aan hun sporters makkelijk toepasbaar en relevant moesten zijn15 . In het seizoen 2001-2002 voerden Verhagen et al. (2004) een onderzoek uit onder volleyballers naar het effect van een oefenprogramma met een balance board3 . Dit oefenprogramma bleek effectief in het voorkomen van recidieve enkelblessures. In 2009 werden de resultaten van een eveneens effectief thuisoefenprogramma voor de preventie van recidive enkelblessures gepubliceerd4 . Er is gekozen om de oefeningen uit beide programma’s op te nemen in de interventie. De technieken die VeiligheidNL voor deze gedragsinterventie gebruikte, waren een slogan, uitvouwkaart, trainersset, oefentol, tipboekje, website en een PowerPoint presentatie (PPP) Train de trainer. Pagina 33
Pagina 35Heeft u een sportblad, modernmedia of digitale jaarverslagen? Gebruik Online Touch: brochure van pdf naar digitaal converteren.
Sport & Geneeskunde nummer 3 | november 2015 Lees publicatie 52Home