Wetenschappelijk onderzoek Vragenlijst De vragenlijst werd samengesteld op basis van interviews met twee trainers van de gewesten Zuid-Holland en NoordHolland van de KNSB, een literatuurstudie naar risicofactoren voor lage rugklachten en gevalideerde vragenlijsten over lage rugklachten (Standardised Nordic questionnaires for the analysis of musculoskeletal symptoms9 Back Pain Screenings Questionnaire10 questionnaire11,12 re11,12 , Acute Low , Oswestry disability en Von Korff questionnaire13 , Roland-Morris disability questionnai). Door de interviews Jonge schaatsers hebben twee tot drie maal zo veel rugklachten als hun leeftijdsgenoten werd meer kennis verkregen over de verschillende trainingsvormen, warming-up en cooling-down en ideeën van trainers over mogelijke risicofactoren voor het ontstaan van lage rugklachten. De vragenlijst bestond uit de volgende onderwerpen: demografi sche gegevens, sport, werk en lage rugklachten (tabel 1 en bijlage 1). De vragen afkomstig uit de gevalideerde vragenlijsten zijn psychometrisch getoetst: de referentie is vermeld in tabel 1. Voor de overige vragen is dat niet gebeurd. De aanname is dat deze eenvoudig te beantwoorden zijn voor de jonge geselecteerde schaatsers. De vragenlijst is gedigitaliseerd met behulp van Nettailor lite (Netdesign.nl BV, 2009). Voordat de vragenlijst digitaal werd verstuurd, is deze gecontroleerd op uitvoerbaarheid, spelfouten en/of andere technische problemen. De link naar de vragenlijst is verstuurd naar de tien schaatstrainers van de acht gewesten van de KNSB (Friesland, Groningen, Drenthe, NoordHolland/Utrecht, Zuid-Holland, Noord– Brabant/Limburg/Zeeland, Gelderland en Overijssel). De trainers hebben vervolgens de link doorgestuurd naar hun schaatsers. Om de respons zo hoog mogelijk te laten zijn, is driemaal een herinnering gestuurd aan de trainers en zijn de trainers één keer telefonisch benaderd. Data-analyse De ingevulde vragenlijsten zijn via een beveiligde verbinding via het internet ingelezen in Excel en vervolgens overgezet naar SPSS. Voor alle analyses is SPSS versie 16.0 (SPSS Inc., 2007) gebruikt. De data in SPSS zijn steekproefsgewijs gecontroleerd door twee personen op fouten in invoer. Om de eerste vraag naar de 12-maandsprevalentie van lage rugklachten bij schaatsers te beantwoorden is het percentage bepaald van de schaatsers die antwoordden één of meer dagen last te hebben gehad van lage rugklachten op de vraag: ‘Hoeveel dagen heb je de afgelopen 12 maanden 14 Sport & Geneeskunde | maart 2012 | nummer 1 in totaal last gehad van lage rugklachten?’ Er is onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen om eventuele verschillen in prevalentie op basis van sexe weer te geven. Voor de tweede vraag over de ernst van de lage rugklachten is het gemiddelde berekend van het cijfer dat de schaatsers gaven aan de ernst van hun lage rugklachten in de laatste episode. Dit was een getal tussen 0 (‘helemaal niet ernstig’) en 10 (‘heel ernstig’). Daarnaast is het percentage schaatsers vermeld dat last had van uitstraling van de klachten, dat beperkt werd in presteren en dat een (para)medicus had bezocht vanwege de lage rugklachten. De derde vraag over geassocieerde factoren voor het hebben van lage rugklachten is beantwoord door de Odds Ratio (OR) en het 95%-betrouwbaarheidsinterval (95%BI) te berekenen met logistische regressie. Daarbij zijn de persoonsgebonden, en sport- en werkgerelateerde factoren zoals vermeld in tabel 1 in het regressiemodel opgenomen. Schaatsers zonder lage rugklachten zijn de referentiepopulatie. Een p-waarde < 0,05 werd beschouwd als signifi cant. Voor de derde onderzoeksvraag over wat schaatsers doen ter preventie van lage rugklachten is een top 3 naar frequentie van vermelding door de schaatsers opgesteld. Voor vraag 2 werd geen onderscheid gemaakt naar sexe omdat de groepsgrootte te klein werd. Voor vraag 3 is geen onderscheid gemaakt naar sexe omdat de trainingen vergelijkbaar zijn. Resultaten Onderzoekspopulatie 98 van de 116 schaatsers hebben de vragenlijst ingevuld (een responsepercentage van 84%). 23 schaatsers waren ouder dan 25 jaar of hadden de vragenlijst niet volledig ingevuld. Daarom zijn 75 schaatsers geïncludeerd in het onderzoek (65%) (tabel 2). De gemiddelde leeftijd van de schaatsers was 18 jaar, het gemiddelde gewicht was 67 kilo, de gemiddelde lichaamslengte was 177 cm en de gemiddelde BMI was 21. Lage rugklachten: prevalentie en ernst 60% (45/75) van de schaatsers heeft in de laatste 12 maanden rugklachten ervaren: bij de mannen 54% (20/37) en de vrouwen 66% (25/38) (tabel 3). Ze gaven gemiddeld een 4 voor de ernst van hun rugklachten in de laatste periode: mannen een 5 en vrouwen een 4. Uitstraling van de pijn rapporteerden 28% van de schaatsers: 18% van de mannen en 36% van de vrouwen. Bij de mannelijke schaatsers gaf 5% (1/20) aan regelmatig of altijd belemmerd te zijn in zijn prestaties door lage rugklachten. Bij de vrouwelijke schaatsers was dit 4% (1/25). 44% (20/45) van de schaatsers Pagina 13

Pagina 15

Heeft u een artikel, digitaal bladeren of digi reisgidsen? Gebruik Online Touch: catalogus van pdf naar online converteren.

Sport & Geneeskunde nummer 1 | maart 2012 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication