14 | Beleidsbrief sport Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De jeugd van nu levert de Olympisch kampioenen van 2028. Over het algemeen ligt de sportdeelname van volwassenen lager dan die van (jonge) kinderen.5 Volwassenen in gezinnen met jonge kinderen blijken veelal met sport te stoppen. De combinatie van werk en jonge kinderen laat weinig vrije tijd over voor sporten en bewegen.6 Voor ouders met kinderen kan gezinssport een oplossing bieden. Er zijn succesvolle concepten ontwikkeld waarbij op hetzelfde tijdstip aan meerdere gezinsleden passend sport- en beweegaanbod wordt geboden.7 Daarnaast is het risico op een ‘zittende’ leefstijl groter tijdens deze levensfase. Veel volwassenen brengen een groot deel van hun dag hoofdzakelijk zittend door op het werk. Uit onderzoek blijkt dat 34 procent van de bedrijven in Nederland enige vorm van sport- en beweegbeleid heeft.8 Bedrijven die werknemers gelegenheid bieden om te bewegen, ondervinden hiervan een onmiddellijk gunstig effect op het ziekteverzuim.9 Het percentage ‘actieve’ bedrijven is in 2010 echter met 8 procent gedaald ten opzichte van 2008. Om verdere daling tegen te gaan is het van belang dat sport- en beweegmogelijkheden op en rond het werk worden geïntensiveerd. Nederland vergrijst. Het aantal ouderen (vanaf 55 jaar) neemt de komende jaren explosief toe van 2,5 miljoen in 2009 tot 3,4 miljoen in 2020. Het kabinet wil ouderen in staat stellen zo lang mogelijk zelfstandig te leven. Blijven sporten en bewegen zijn hierbij onmisbaar om verergering van bepaalde ziekten en aandoeningen te voorkomen.10 Maar sportdeelname kan ook een gunstig effect hebben op de sociale participatie van ouderen en depressie en isolement tegengaan. Voor de sportdeelname van ouderen is het vooral belangrijk dat de omgeving schoon en veilig is en dat deze uitnodigt tot bewegen. Veel sport- en beweegaanbod in de buurt sluit daarnaast nog niet goed aan op de wensen en behoeften van ouderen. Ouderen willen vaak aangepast sporten, vooral als zij te maken krijgen met afnemende gezondheid. 4 A. Tiessen-Raaphorst en K. Breedveld (red.). rapportage Sport 2006. Den Haag: SCP, 2006. 5 V.H. Hildebrandt, A.M.J. Chorus en J.H. Stubbe (red.). Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2008/2009. Leiden: TNO, 2010. 6 Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 30234 nr. 32, bijlage. 7 NOC*NSF. Proeftuinen Nieuwe Sportmogelijkheden. Ervaringen van 15 proeftuinen met vernieuwend, klantgericht aanbod. Arnhem: NOC*NSF, 2010. 8 TNO (2011) Minder bedrijven organiseren bewegingsprogramma’s. Preventie. Jaargang 5-Februari 2011. 9 Zie onder andere: TNO (2009). Reduced sickness absence in regular commuter cyclists can save employers 27 million euros. Prevention and Healthcare, februari 2009 en Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 30234 nr. 16, bijlage. 10 In 2008/2009 bewoog 58% van de ouderen in de leeftijdsgroep 65-74 jaar voldoende ten opzichte van 43% in 2000/2001. V.H. Hildebrandt, A.M.J. Chorus en J.H. Stubbe (red.). Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2008/2009. Leiden: TNO, 2010. Pagina 13
Pagina 15Heeft u een onderzoeksrapport, you can flip of digi onderwijscatalogi? Gebruik Online Touch: lesboek van pdf naar online converteren.
E-zine Beleidsbrief sport VWS Lees publicatie 10Home