dage en balansoefeningen begeleid door de fysiotherapeut. Hij blijft echter pijn aan de enkel houden, met name na afl oop van intensief sporten. Bij onderzoek wordt een normaal beweeglijk enkelgewricht gezien, zonder schuifl ade of hydrops. actieve stabiliteitstesten worden goed uitgevoerd. De kuitspieren zijn goed op lengte. De hamstrings zijn fors verkort met een vingergrondafstand van 23 cm. Bij palpatie van de plantarispees is deze pijnlijk en gespannen en kan de pees tot in de knieholte gevolgd worden. Er vindt een manipulatie van de pees plaats en patiënt wordt geïnstrueerd de hamstrings te gaan rekken. Bij controle drie weken nadien is hij geheel pijnvrij en heeft hij zijn sportactiviteiten volledig en zonder problemen kunnen hervatten. Casus 3 Patiënte C is een 17-jarige hockeyster, die sinds een half jaar recidiverende klachten in beide kuiten heeft. Herhaalde periodes van rust en massages hadden geen effect op de klachten, waarop de huisarts haar naar het sportmedisch spreekuur verwees. Bij onderzoek is de kuitspier soepel en goed op lengte. Aan knie- en enkelgewricht geen afwijkingen. De in de kuit verlopende plantarispees is echter pijnlijk en gespannen bij palpatie over de gehele lengte. De hamstrings zijn verkort. De plantarispees wordt gemanipuleerd en patiënte krijgt rekoefeningen voor de hamstrings mee naar huis. Bij controle na zes weken is de kuit soepel zonder weerstanden en de m. plantaris vertoont geen hypertonie meer. Haar lenigheid is verbeterd en zij kan zonder noemenswaardige klachten hockeyen. Casus 4 Patiënt D is een 37-jarige hardloper, die al sinds twintig jaar recidiverende pijnklachten van het rechter scheenbeen heeft. Het laatste jaar zijn de klachten weer toegenomen. De orthopedisch chirurg heeft de meest pijnlijke plek geïnfi ltreerd, maar toen dit geen baat had, werd hij verwezen naar de polikliniek sportgeneeskunde. De klacht is heftiger bij intensievere belasting en komt met name na afl oop van de activiteit. Bij onderzoek wordt een gevoeligheid van de mediale rand van de distale tibia gevonden. Er is een licht verhoogde algehele laxiditeit, maar knie- en enkelfunctie zijn normaal met stabiele gewrichten. De hamstrings zijn goed op lengte. De apex patellae is drukpijnlijk. Bij palpatie van de m. plantaris is deze als hypertoon te voelen; ook de pees, doorlopend tot in de kuit is gespannen. Direct na manipulatie van de plantaris is de drukpijn over het scheenbeen en de apex patellae verdwenen en bij controle na vier weken is hij nog steeds pijnvrij. Hij heeft zijn loopactiviteit geleidelijk opgebouwd. Historie De hypertonie van de m. plantaris kent, voorzover bekend, zijn introductie in Nederland via Pierre van den Akker, die in de jaren 70 van de vorige eeuw verzorger was bij de KNVB. Via het sportmedisch centrum van de Koninklijke Landmacht (IGDKL, later Trainingsgeneeskunde en Trainingsfysiologie, TGTF) heeft de bekendheid met de aandoening en zijn behandelmethodiek zich verspreid onder met name sportartsen, maar ook enkele fysiotherapeuten. Er is één enkele retrospectieve effectstudie gedaan onder 238 patiënten met knieklachten (van Haagen, persoonlijke communicatie), waarbij 60% van de patiënten die gediagnosticeerd waren met hypertonie van de m. plantaris na 1-2 behandelingen klachtenvrij bleven in een follow-up van 3 weken tot 3 maanden. Anatomie De m. plantaris ontspringt aan de laterale condyl van het femur en kruist dan de knieholte. Alhier is een verbinding met het ligamentum popliteum obliquum, dat verbinding heeft met het dorsale kapsel van de knie. De kleine spierbuik gaat dan over in een lange pees die insereert aan de mediale calcaneus. De spier wordt geïnnerveerd door de n. tibialis. De aanleg van de m. plantaris is lange tijd als rudimentair beschouwd. Bij ca. 7-20% van de populatie zou de spier dubbelzijdig afwezig zijn.1,2,6 alle 107 preparaten een plantarispees aangetroffen.4 Een recente publicatie heeft echter bij Naast enkele casusbeschrijvingen van letsel van de m. plantaris is met name de pees bekend als graft voor reconstructieve operaties rond de enkel. Manipulatietechniek Pierre van den Akker (fi guur 1) introduceerde een manipulatietechniek voor hypertonie van de lies7 en de hier beschreven techniek voor de knie. De manipulatietechniek voor de knie bestond uit het aandrukken van een referentiepunt op de mediocaudale calcaneus, waarna de m. plantaris krachtig enkele malen werd gemasseerd in de mediale knieholte. De modifi catie bestaat uit het aandrukken van drie verschillende punten (fi - guur 2) en achtereenvolgens eveneens drie maal masseren van de knieholte: na het aandrukken van het eerste punt (fi g. 2: punt 1) mediaal in de knieholte, na aandrukken van het tweede punt (fi g. 2: punt Figuur 1. Pierre van den Akker (foto: KNVB) nummer 2 | juni 2012 | Sport & Geneeskunde 23 Pagina 22
Pagina 24Heeft u een uitgave, online publisher of digi catalogi? Gebruik Online Touch: pdf van pdf naar online converteren.
Sport & Geneeskunde nummer 2 | Juni 2012 Lees publicatie 14Home