Richtlijnen • Bij de preoperatieve voorbereidingen dient een eventueel spierkrachtsverschil van het aangedane been verbeterd te worden. • Bij het bestaan van een asstandafwijking dient overwogen worden om de VKB-reconstructie te combineren met een asstandscorrectie. • Het is aan te bevelen de patient in te lichten dat er bij deelname aan “risicosporten” en zware kniebelastende werkzaamheden een groter risico bestaat op schade aan kraakbeen, meniscus en de gereconstrueerde voorste kruisband met als gevolg een verhoogde kans op re-ruptuur, secundaire chirurgie en artrose. 5. Timing van een VKB reconstructie De literatuur over de timing van reconstructie is van een lage level of evidence. Er is één systematische review en één RCT gepubliceerd. Verschillende auteurs geven aan dat reconstructie binnen een week na het letsel tot het ontstaan van arthrofi brose kan leiden.32-36 Er is echter geen consensus over het optimale moment van eventuele reconstructie. Het voordeel van uitstellen van de reconstructie is gelegen in het feit dat de patiënt de tijd krijgt te ervaren hoe het is om instabiliteit te hebben en het doorlopen van een oefentherapie-programma onder fysiotherapeutische begeleiding in sommige gevallen leert omgaan met de instabiliteit of niet meer door de knie zakt. Hierdoor kan mogelijk een operatie vermeden worden. Wanneer er langer gewacht wordt met de reconstructie van de VKB dan kan er meer degeneratieve schade ontstaat aan menisci en kraakbeen.7-10,14,15,17,19 Indien er een operatie-indicatie is, lijkt het van belang de reconstructie ook op relatief korte termijn uit te voeren, teneinde de kans op additioneel letsel te verkleinen. Conclusies van de werkgroep • De indicatie voor een reconstructie is aanhoudende instabiliteit van de knie met klachten van giving way. Deze indicatie is moeilijk te stellen in de acute situatie, daarom is het aan te bevelen de reconstructie niet tijdens de eerste weken uit te voeren, om de kans op een operatie bij een asymptomatische patiënt te verkleinen. • Het verdient aanbeveling, indien de indicatie voor VKB reconstructie wordt gesteld, te streven naar een tijdige reconstructie, teneinde de kans op additioneel letsel van kraakbeen en/of menisci te verkleinen. Deze patiënten kunnen sneller fysiek knie belastend 30 Sport & Geneeskunde | juni 2012 | nummer 2 werk hervatten en hebben een grotere kans op hogere activiteit scores dan patienten met een late reconstructie. • Op lange termijn geeft “uitgestelde” reconstructie een betere range of motion, en minder degeneratieve verandering dan een late reconstructie. 6. Welke soort graft geeft het beste resultaat bij VKB letsel? De afgelopen vijfentwintig jaar zijn er veel ontwikkelingen geweest op het gebied van VKB reconstructies. Er zijn verschillende grafttypes gebruikt en verschillende operatie-, en fi xatiemethoden. Er is veel onderzoek gedaan naar het functioneren van de verschillende grafts. Dit heeft echter nog niet geleid tot het defi niëren van een bepaalde graft als de superieure graft die vervolgens ook (inter) nationaal als gouden standaard wordt gezien.37 De autologe patellapees en hamstring grafts zijn de meest gebruikte grafttypes in de reconstructieve kruisband chirurgie. Het voordeel van ‘Bone Patellar Tendon Bone’ grafts is dat deze mogelijk tot meer stabiliteit leiden, het nadeel is dat 17% van de patiënten last heeft van pijn voorin de knie (anterior knee pain). Deze pijn is minder aanwezig bij reconstructies38 waarbij een hamstringgraft gebruikt wordt. Om de originele anatomie zo veel mogelijk te herstellen is het mogelijk een double-bundle (DB) hamstring reconstructie uit te voeren. Er zijn echter nog een vergelijkende studies die de waarde van deze hypothese bewezen hebben. Ook de nieuwe ontwikkelingen in de plaatsing van met name de femorale riga van de gereconstrueerde kruisband op een meer “anatomische” plaats is nog niet klinisch bewezen beter. Conclusies van de werkgroep • Er is op basis van klinische uitkomst maten geen voorkeur uit te spreken over het gebruik van autograft of allograft bij voorste kruisbandreconstructie. Beide grafttypes leiden tot een vergelijkbaar goed klinisch resultaat. • Bestraalde allografts falen signifi cant vaker dan onbestraalde allografts. • Het oprekken van allografts voor de reconstructie is niet zinvol. • Zowel BPTB als HS reconstructie leiden tot goede resultaten, stabiliteit en lage reruptuurpercentages. Bij HS reconstructies komt signifi cant minder anterior knee pain voor. • Zowel enkel als dubbel bundel HS reconstructie Pagina 29

Pagina 31

Voor tijdschriften, online edities en kranten zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw maandbladen.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | Juni 2012 Lees publicatie 14Home


You need flash player to view this online publication