Sportmedische Praktijk grafi sch onderzoek te verrichten en tijdens dit onderzoek werd een opvallende concentrische linker ventrikelhypertrofi e gezien van 13-16 mm (fi guur 2a). Daarbij was er een licht verhoogde eind diastolische diameter van het linker ventrikel (58 mm) en een matige dilatatie van het linker atrium (47 mm). Er was een goede systolische en diastolische functie van het linker ventrikel en er waren geen zichtbare klepgebreken. Op basis van deze uitslag werd tot nader order aan de patiënt een negatief sportadvies gegeven. Er werd een MRI van het hart afgesproken en de patiënt zou starten met een deconditioneringsprogramma van drie maanden, waarna een herhaling van de echocardiografi e werd verricht. De MRI van het hart toonde een normale morfologie van het linker ventrikel met een diffuse eind-diastolische wanddikte van 14 mm. De linkerventrikelfunctie was normaal. Er waren geen aanwijzingen voor delayed contrast enhancement (fi guur 3a en 3b). De sportactiviteit werd afgebouwd tot eenmalige training per week van maximaal twee uur met een maximale hartfrequentie van 140 slagen/minuut. Bij herhaling van een echocardiografi e bleek de wanddikte van het linker ventrikel 12-13.5 mm te bedragen (fi guur 2b). Na deze bevindingen en het volgen van de criteria zoals vastgelegd in tabel 2 werd geconcludeerd dat er sprake was van een bovenmatige linkerventrikelhypertrofi e op basis van de intensieve sportbeoefening, maar dat een gevaarlijke hypertrofe cardiomyopathie onwaarschijnlijk was. Daarom werd er weer een positief sportadvies gegeven. Discussie Epidemiologie en pathofysiologie Er is voldoende wetenschappelijk bewijs voor de voordelen van regelmatige sportbeoefening. echter, de persoonlijke en maatschappelijke consequenties van SCD maken het natuurlijk zeer belangrijk om de sporters te identifi ceren die hierop een vergroot risico hebben. De incidentie van SCD is hoger bij mannen dan bij vrouwen (0.46 - 0.75 versus 0.13 cases per 100.000 sporters per jaar).4 HCM is voornamelijk bij de jongere sporters onder de 35 jaar de oorzaak van SCD, met een aandeel van ongeveer 35% in deze groep, maar bij de Anglo-Amerikaanse populatie is dit percentage waarschijnlijk hoger. Het “sporthart” wordt gekenmerkt door een toename van cardiale spiermassa als gevolg van sportbeoefening. Deze fysiologische aanpassing vindt al plaats bij 5-6 uur duurtraining per week.4 Bij duurtraining is er voornamelijk sprake van excentrische linkerventrikel hypertrofi e, waarbij er dus Figuur 2a. Parasternale lange as opname bij de eerste echo voordat deconditionering plaatsvond. Met de stippellijn wordt de wanddikte van het septum en linkerventrikel gemeten, met daartussenin de diameter van het linkerventrikel. Het septum meet op dit punt 15-16 mm. Figuur 2b. Parasternale lange as opname bij de eerste echo na 3 maanden deconditionering. Het septum meet op dit punt 12-13 mm. 8 Sport & Geneeskunde | juni 2012 | nummer 2 Pagina 7

Pagina 9

Interactieve digitale vakblad, deze weekblad of weekblad is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het converteren naar een digitale publicatie van internet magazines.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | Juni 2012 Lees publicatie 14Home


You need flash player to view this online publication