Inleiding en methode Chondrocalcinose is een onderwerp met een multidisciplinair karakter dat betrekking heeft op onder andere de sportgeneeskunde, radiologie, reumatologie en orthopedie. Na een aantal patiënten met chondrocalcinose gezien te hebben, ontstond er vanuit de sportgeneeskunde vraag naar een verdieping van het intrigerende onderwerp en naar de relevantie voor de sportgeneeskundige praktijk? In onderhavige beschrijving wordt geprobeerd antwoord te geven op vragen als: - Wat is chondrocalcinose? - Hoe en bij wie presenteert deze aandoening zich? - Wat is de pathogenese, diagnostiek en behandeling bij deze aandoening? - Welke relaties bestaan er tussen chondrocalcinose en sport? - Welke adviezen ten aanzien van sportbeoefening kunnen aan patiënten met chondrocalcinose worden gegeven? Teneinde een globale indruk te geven van de beschreven literatuur is -naar aanleiding van de beschreven casus- via PubMed, Embase en the Cochrane Library gezocht naar artikelen middels de zoektermen ‘chondrocalcinosis’, ‘calcium pyrophosphate dihydrate’, ‘calcium pyrophosphate deposition’ en ‘CPPD’. Casus Op het sportspreekuur in het UMC Utrecht komt een 41-jarige volleybalster. In het dagelijks leven is zij werkzaam als apotheker, waarbij ze voornamelijk zittend werk doet. Vier maanden tevoren maakte ze tijdens het volleyballen een verkeerde uitstapbeweging, waarna zij de volgende dag pijnklachten aan de laterale zijde van de linkerknie ontwikkelde. Twee maanden later maakte ze bij het afstappen van een steiger een misstap waarna opnieuw pijnklachten van de linkerknie (nu aan de mediale zijde) ontstonden. Op het moment van presentatie veroorzaakt lang wandelen pijn aan de anteromediale en laterale zijde van de linkerknie. De knie wordt daarbij niet dik of warm. Er bestaan geen “giving way”- en slotverschijnselen. Tevens heeft zij niet eerder klachten gehad die kunnen wijzen op gewrichtsontstekingen. Bij lichamelijk onderzoek wordt een fors overgewicht (97 kg, BMI 33 kg/m2 ) gezien. Tevens is er een gegeneraliseerde hypermobiliteit (Beighton score 7). In geen van de gewrichten worden tekenen van gewrichtsontstekingen gevonden. Bij onderzoek van de linkerknie wordt geen hydrops gevonden. Er is geen pijn bij palpatie van de gewrichtsspleet of bij het testen van de patello-femorale functie. Passief functieonderzoek laat normale bewegingsuitslagen zien. Bij de Lachman-test slaat de voorste kruisband in beide knieën aan, maar is de speling in de linkerknie vergroot. Valgus- en varus-stresstesten zijn negatief, als ook de meniscustesten. Er is sprake van een matig ontwikkelde quadriceps en bij het maken van uitvalpassen treedt valgisatie van de aangedane knie op. Voorts is sprake van onvoldoende actieve enkelstabiliteit beiderzijds. Bij het beoordelen van de statiek wordt hyperpronatie van de voeten gezien. De beenassen zijn recht, evenals de stand van de heupen met tevens normale rotaties in laatstgenoemde gewrichten. Aanvullende diagnostiek bestaat uit conventionele röntgenfoto’s van de knieën ter uitsluiting van beginnende degeneratieve afwijkingen bij het forse overgewicht. In beide knieën zijn zowel in de mediale als laterale gewrichtsspleet verkalkingen zichtbaar, passend bij chondrocalcinose. In de linkerknie is ook enige aanpunting van de eminentia medialis aanwezig. Concluderend is hier sprake van een 41-jarige volleybalster met fors overgewicht en knieklachten op basis van insufficiënte actieve stabiliteit van de knie en de enkels bij wie bij toeval chondrocalcinose is gevonden. Als behandeling wordt het volgende beleid ingesteld: - gewichtsvermindering met behulp van regelmatige fitnesstraining en gerichte voedingsadviezen; - oefenprogramma gericht op het verbeteren van de actieve stabiliteit van de knie, enkel en voet; - aanschaf van stevig steunend schoeisel ter ondersteuning van de statiek en ter preventie van valgisatie van de calcaneus en (indirect) valgisatie van de knie. Epidemiologie en kliniek van chondrocalcinose en CPPD De term chondrocalcinose wordt vaak als synoniem gebruikt voor de aandoening waarbij calciumpyrofosfaatkristallen in bind- of kraakbeenweefsels worden afgezet. In de Engelstalige literatuur wordt de overkoepelende term calcium pyrophosphate deposition (CPPD) gebruikt. Maar ondanks het feit dat chondrocalcinose en CPPD soms samen gaan, is het niet juist de twee als synoniemen van elkaar te gebruiken, omdat chondrocalcinose verwijst naar het radiologische of histologische beeld van deposities van calciumzouten in bind- en kraakbeenweefsels.1,2,3 Deze zouten zijn vaak calciumpyrofosfaten, maar ook andere calciumkristallen (zoals calciumhydroxyapatiet) kunnen chondrocalcinose veroorzaken.4 nummer 3 | augustus 2012 | Sport & Geneeskunde 25 Pagina 24

Pagina 26

Heeft u een rapport, issuu of internet kranten? Gebruik Online Touch: editie converteren naar een online publicatie.

Sport & Geneeskunde nummer 3 | Augustus 2012 Lees publicatie 15Home


You need flash player to view this online publication