Sportmedische praktijk De prevalentie van chondrocalcinose neemt toe met het ouder worden. Bij mensen jonger dan 50 jaar komt het radiologische beeld nauwelijks voor,4 terwijl bij 55-59 jarigen een prevalentie van 4% en bij 80-84 jarigen een prevalentie van ongeveer 18% wordt gevonden.3,5 Bij een toenemende levensverwachting zal het aantal patiënten met chondrocalcinose stijgen. In combinatie met het feit dat ouderen steeds meer en langer wensen door te gaan met sportieve activiteiten, zullen sportartsen vaker geconfronteerd worden met het ziektebeeld en zal men zich er bewust van moeten zijn dat CPPD in de differentiaal diagnose hoort bij ‘onbegrepen’ gewrichtsklachten. De calciumpyrofosfaat-kristallen kunnen zich overigens op verschillende wijzen presenteren. Vaak zijn en blijven ze asymptomatisch aanwezig. De kristallen kunnen echter ook een acute artritis of een chronische artropathie veroorzaken.3,4 Bij de acute artritis op basis van calciumpyrofosfaat-kristallen gaat het vaak om één aangedaan gewricht. In ongeveer 15% van de gevallen is sprake van een polyartritis.6 Vooral de knieën zijn vaak betrokken, waarbij de menisci meestal -net als bij de volleybalster in de casus- bilateraal zijn aangedaan. Ook kraakbeen in polsen, handen, schouders, enkels, ellebogen en heupen kan aangedaan zijn.6 Het klinische beeld -met pijn, roodheid, zwelling en bewegings beperkingis nauwelijks te onderscheiden van jicht en werd daarom voorheen ook wel ‘pseudojicht’ of ‘pseudogout’ genoemd. Recent is echter voorgesteld de term ‘pseudojicht’ niet meer te gebruiken om verwarring (bij patiënten) te voorkomen.3 Wanneer calciumpyrofosfaat-kristallen een chronische artropathie veroorzaken betreft het meestal vrouwen (verhouding man:vrouw 1:4) met een gemiddelde leeftijd van 75 jaar.4 Ook deze chronische artropathie presenteert zich middels pijn, stijfheid en bewegingsbeperking in dezelfde gewrichten als die betrokken zijn bij de acute artritis op basis van calciumpyrofosfaat-kristallen.4 Terminologie Naast chondrocalcinose zijn dus andere namen aan het onderwerp gerelateerd. Deze terminologie kan verwarrend zijn. Resumerend is chondrocalcinose een beschrijving van een radiologische of histologische bevinding die vaak geen klinische verschijnselen geeft maar geassocieerd kan zijn met acute of chronische gewrichtsontstekingen op basis van calciumpyrofosfaat -kristallen. Er wordt gepleit voor het gebruik van CPPD als overkoepelende beschrijving.3 Etiologie In de meeste gevallen van afzettingen van calciumpyrofosfaat-kristallen is geen oorzaak bekend en is dus sprake van een idiopathische vorm. Er bestaat echter een aantal factoren en ziektebeelden die geassocieerd zijn met chondrocalcinose. Dit zijn eerdere traumata van het gewricht7 en enkele metabole of endocriene stoornissen die een rol spelen in het pyrofosfaatmetabolisme, zoals hemochromatose, hypomagnesiëmie, hypofosfatemie, hyperparathyreoïdie en vermoedelijk hypothyreoïdie.3,8 Tevens bestaat een familiaire vorm van CPPD waarbij de klinische verschijnselen op jongere leeftijd optreden dan normaal gesproken wordt gezien. Bij een aantal van deze familiaire gevallen zijn mutaties in de humane homoloog van het ANK-gen (ANKH) beschreven.9 Pathofysiologie De energie die nodig is voor allerlei processen in het lichaam wordt voornamelijk verkregen uit adenosine-tri-fosfaat (ATP), waarbij het zit opgeslagen in fosfaatbindingen. Bij het afsplitsen van fosfaatgroepen middels hydrolyse komt deze energie vrij (fi guur 1a). Bij de directe omzetting van ATP in adenosine-mono-fosfaat (AMP) ontstaat behalve energie ook anorganisch pyrofosfaat (formule: P2 O7 ting: PPi) (fi guur 1b). 2-, afkorFiguur 1a: De energie in ATP zit opgeslagen in fosfaatbindingen; bij het afsplitsen van een fosfaatgroep komt energie vrij en blijft adenosine-di-fosfaat (ADP) over. 26 Sport & Geneeskunde | augustus 2012 | nummer 3 Pagina 25

Pagina 27

Interactieve digi nieuwsbrief, deze relatiemagazine of archief is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal zetten van internet onderwijs catalogussen.

Sport & Geneeskunde nummer 3 | Augustus 2012 Lees publicatie 15Home


You need flash player to view this online publication