richtlijnen maken alle duidelijk dat het vinden van geschikte ‘evidence’ moeilijk is. De oorzaak hiervoor zit hem in het feit dat er veel verschillen bestaan in terminologie, uitkomstvariabelen, definities en therapeutische interventies van acuut lateraal enkelbandletsel.5 De eerste richtlijn (CBO) dateert uit 1999.2 De belangrijkste conclusies van de werkgroep “Consensus diagnostiek en behandeling van het acute enkelletsel” destijds waren de volgende. - Een adequate behandeling van een gescheurde enkelband is zinvol omdat deze de genezingsduur bekort en het aantal restklachten verkleint. - Onderscheid tussen enkelvoudig en meervoudig enkelbandletsel is niet bijdragend ten aanzien van de behandeling. - (Partiële) syndesmoseruptuur, peroneuspeesluxatie of mediale bandruptuur naast een laterale enkelbandruptuur heeft geen consequenties voor de diagnostiek en behandeling. - Bij inversietraumata van de enkel kunnen avulsie- en compressiefracturen optreden en er is gericht röntgenonderzoek nodig (waaronder driekwart foto’s van de voetwortel) om deze fracturen op te sporen. - Bij elke patiënt met een inversietrauma en een persisterende synovitis, een niet goed op gang komende enkelfunctie, onverklaarbare blijvende pijn of een voet/enkel die in het beloop van de behandeling niet goed kan worden belast, is nader onderzoek geïndiceerd. - Een belangrijke reductie in aantallen röntgenfoto’s na inversieletsel van de enkel is te bereiken door de indicatie tot röntgenonderzoek te stellen met behulp van de Ottawa Ankle Rules (OAR). - Het fysisch-diagnostisch onderzoek in de eerste fase na het ongeval (binnen 48 uur) is weinig betrouwbaar. - Uitgesteld fysisch-diagnostisch onderzoek (4 tot 5 dagen) na inversietrauma geeft een beter resultaat dan fysisch-diagnostisch onderzoek binnen 48 uur. - Er is geen duidelijk wetenschappelijk bewijs dat het wijdverspreide gebruik van ijs, compressie en elevatie het herstel ondersteunt bij acuut enkelletsel. Meer en beter onderzoek, met meer aandacht voor de methodologische opzet van het onderzoek, is noodzakelijk om hierover een harde uitspraak te kunnen doen. - Fysische applicaties zoals UKG (Ultra Korte Golf) therapie, diathermie doen de pijn en de zwelling niet afnemen. De invloed op posttraumatisch oedeem lijkt gering. Figuur 1. De laterale stabiliteit van de enkel wordt bepaald door drie ligamenten. - Functionele behandeling gedurende 6 weken met tapebandage van een enkelbandruptuur geeft een beter resultaat dan behandeling met behulp van 6 weken gips immobilisatie vanwege snellere arbeidshervatting en een lager percentage restklachten (‘giving way’). - Alhoewel operatieve behandeling (plus 3 weken gipsnabehandeling) gepaard gaat met het laagste percentage restklachten, zijn er voldoende redenen om deze behandelmethode af te wijzen als behandelmethode van eerste keus. Deze redenen zijn een langer arbeidsverzuim en een kostenverhoging. - Minimale behandeling (2 weken zwachtel of elastische sok) van een enkelbandruptuur geeft een statistisch significant slechter resultaat dan een adequate functionele behandeling (dat wil zeggen 6 weken tape). In 2000 werd de NHG Standaard Enkeldistorsie geactualiseerd ten opzichte van de versie uit 1989. Ook hierin wordt het belang van het uitgesteld fysisch-diagnostisch onderzoek onderstreept om het verschil tussen een distorsie en een ruptuur vast te stellen. De beslissing over aanvullend onderzoek dient te worden verricht op basis van de OAR. Het advies is om distorsies zo nodig te behandelen met een steunende elastische zwachtel voor enkele dagen en een enkelbandruptuur voor minimaal 6 weken te tapen om inversies te voorkomen. Net als in de eerste richtlijn van het acute enkelletsel wordt er geen ondersteunend bewijs gevonden voor afname van de zwelling met het RICE principe (Rest Ice Compression en Elevation). Ultrageluid, UKG, diadynamische stroom en laser worden ontraden. De praktijkrichtlijn van de KNGF uit 20064 sluit aan op de NHG Standaard Enkeldistorsie. In grote lijnen trekken zij dezelfde conclusies als de eerder genoemde richtlijnen. Er wordt echter veel specifieker ingegaan op het herstelproces, functionummer 4 | oktober 2012 | Sport & Geneeskunde 19 Pagina 18

Pagina 20

Heeft u een clubmagazine, turn pages of digi whitepapers? Gebruik Online Touch: rapport digitaal bladerbaar op uw website plaatsen.

Sport & Geneeskunde nummer 4 | Oktober 2012 Lees publicatie 16Home


You need flash player to view this online publication