functie. Grotere laesies moeten worden behandeld met een stevig drukverband, cryotherapie en een serie aspiraties.5 De effectiviteit van deze benaderingswijze kent echter geen wetenschappelijke onderbouwing. Bij onvoldoende succes van bovenstaande behandelopties en herhaalde (maximaal drie) aspiraties, kan sclerodese van de laesie worden verricht. Recentelijk werd sclerodese met agentia, zoals talk, doxycycline en alcohol beschreven.14,15 vaak plaats na percutane drainage.16 Injectie van agentia vindt De aanwezigheid van een (pseudo)kapsel is een belangrijk gegeven voor de wijze van behandeling, aangezien het de reabsorptie van vocht kan belemmeren en derhalve het waarschijnlijk is dat een conservatieve behandeling niet succesvol zal zijn. In dat geval kan eerder voor sclerodese of chirurgische drainage worden gekozen.10 Een potentiele complicatie van chirurgische benadering, en tevens van herhaalde aspiraties, is het ontstaan van een infectie.5 Beschouwing Deze casus dient ter illustratie van de differentiaal diagnostische overwegingen van een peripatellaire posttraumatische zwelling. Morel-Lavallée laesies zijn een onbekend fenomeen in de sportgeneeskundige praktijk. Vroegtijdige herkenning en behandeling kan zorgen voor een snelle en adequate terugkeer in de sport.5 Deze casus voldeed aan de criteria die staan beschreven voor een MLL. De conservatieve benaderingswijze heeft echter niet tot herstel van de laesie geleidt. Het falen van conservatieve therapie zou kunnen worden verklaard door het feit dat in het acute stadium de diagnose niet werd herkend en er geen stevige compressie werd toegepast. Op de MRI-beelden bleek dat er een (pseudo)kapsel was gevormd, hetgeen reabsorptie van vocht in het latere stadium kan hebben belemmerd. Hoewel er geen consensus bestaat over de optimale behandeling van MLL, gaat de voorkeur bij falen van conservatieve therapie uit naar een minimaal-invasieve benadering vanwege de succesvolle resultaten in diverse case series. De behandeling van voorkeur was derhalve percutane drainage met sclerodese van de laesie geweest. In Nederland is hier echter nauwelijks ervaring mee. Wij hopen door middel van deze casusbeschrijving de bekendheid van MLL te vergroten, zodat deze in het acute stadium herkend kan worden om de morbiditeit te verkleinen. Referenties 1. Hak DJ, Olson SA, Matta JM. Diagnosis and management of closed internal degloving injuries associated with pelvic and acetabular fractures: the Morel-Lavallee lesion. J Trauma. 1997;42:1046-1051. 2. Hudson DA, Knottenbelt JD, Krige JE. Closed degloving injuries: results following conservative surgery. Plast Reconstr Surg. 1992;89:853-855. 3. Gilbert BC, Bui-Mansfield LT, Dejong S. MRI of a Morel-Lavellee lesion. AJR Am J Roentgenol. 2004;182:1347-1348. 4. Borrero CG, Maxwell N, Kavanagh E. MRI findings of prepatellar Morel-Lavallee effusions. Skeletal Radiol. 2008;37:451-455. 5. Tejwani SG, Cohen SB, Bradley JP. Management of Morel-Lavallee lesion of the knee: twenty-seven cases in the national football league. Am J Sports Med. 2007;35:1162-1167. 6. Hudson DA. Missed closed degloving injuries: late presentation as a contour deformity. Plast Reconstr Surg. 1996;98:334-337. 7. Mukherjee K, Perrin SM, Hughes PM. Morel-Lavallee lesion in an adolescent with ultrasound and MRI correlation. Skeletal Radiol. 2007;36 Suppl 1:S43-S45. 8. Anakwenze OA, Trivedi V, Goodman AM, Ganley TJ. Concealed Degloving Injury (the Morel-Lavallee Lesion) in Childhood Sports: A Case Report. J Bone Joint Surg Am. 2011;93:e1481e1484. 9. Mellado JM, Bencardino JT. Morel-Lavallee lesion: review with emphasis on MR imaging. Magn Reson Imaging Clin N Am. 2005;13:775-782. 10. Parra JA, Fernandez MA, Encinas B, Rico M. Morel-Lavallee effusions in the thigh. Skeletal Radiol. 1997;26:239-241. 11. Neal C, Jacobson JA, Brandon C, Kalume-Brigido M, Morag Y, Girish G. Sonography of Morel-Lavallee lesions. J Ultrasound Med. 2008;27:1077-1081. 12. Powers ML, Hatem SF, Sundaram M. Morel-Lavallee lesion. Orthopedics. 2007;30:250, 322-250, 323. 13. Tseng S, Tornetta P, III. Percutaneous management of Morel-Lavallee lesions. J Bone Joint Surg Am. 2006;88:92-96. 14. Luria S, Applbaum Y, Weil Y, Liebergall M, Peyser A. Talc sclerodhesis of persistent Morel-Lavallee lesions (posttraumatic pseudocysts): case report of 4 patients. J Orthop Trauma. 2006;20:435-438. 15. Penaud A, Quignon R, Danin A, Bahe L, Zakine G. Alcohol sclerodhesis: an innovative treatment for chronic Morel-Lavallee lesions. J Plast Reconstr Aesthet Surg. 2011;64:e262-e264. 16. Dawre S, Lamba S, H S, Gupta S, Gupta AK. The Morel-Lavallee lesion: a review and a proposed algorithmic approach. Eur J Plast Surg. 2012;35:489-494. Over de auteurs Drs. Karin M. Thijs, AIOS sportgeneeskunde werkzaam bij afdeling Revalidatie, Verplegingswetenschap & Sport van het Universitair Medisch Centrum te Utrecht en bij het Sportmedisch Centrum van de KNVB te Zeist. Kim Blewanus, Sportfysiotherapeut MSF en Manueeltherapeut MMT, werkzaam bij het Sportmedisch Centrum van de KNVB. Drs. G.J. Goudswaard, Medical Director Qatar FA. Ten tijde van het artikel werkzaam als bondsarts bij het Sportmedisch Centrum van de KNVB. Correspondentie auteur Drs. Karin M. Thijs Albrecht Thaerlaan 16 3571 EB, Utrecht 06-21652940 Email: km.thijs@gmail.com nummer 4 | oktober 2012 | Sport & Geneeskunde 27 Pagina 26
Pagina 28Heeft u een tijdschrift, uniflip of online uitgaves? Gebruik Online Touch: magazine online maken.
Sport & Geneeskunde nummer 4 | Oktober 2012 Lees publicatie 16Home