Antwoord: Hartelijk dank voor uw zeer waardevolle aanvullingen op het ECG gepresenteerd in S&G van mei 2013. Collega Jongman merkt terecht op dat hier sprake is van een afwijkend ECG bij een blanke wielrenner, en voegt hier nog enkele dieper gaande specificaties aan toe, zoals die door cardiologen worden beschreven. Met deze belangrijke aanvullingen geeft collega Jongman aan dat bij een afwijkend ECG mede beoordeling door een (sport)cardioloog zeer waardevol is en zelfs onmisbaar kan zijn voor een sportarts. Collega Jongma bevestigt dat een dergelijk ECG, zoals vermeld onder “antwoord”, uitermate suggestief is voor hypertrofische cardiomyopathie (HCM), en mogelijk zelfs voor een focale HCM bij een morfologisch mogelijk vals negatief normaal echocardiogram. Collega Jongman refereert naar de literatuur waarbij morfologie van ST- segmenten en T toppen de verdenking op een focale HCM kan bevestigen. Belangrijk voor de diagnose HCM is niet alleen de elektrische afwijking, die overigens volledig afwezig kan zijn, maar ook morfologische afwijkingen geobjectiveerd met beeldvorming, zoals echocardiografie en MRI, en een genetische bevestiging. Een echocardiogram is niet altijd 100% sluitend voor de diagnose HCM, en een MRI heeft de beperking dat differentiatie tussen rechter en linker kamerwand in het interventriculaire septum niet kan worden gemaakt (REFS?). Maar MRI kan wel degelijk en vaak beter dan echocardiografie, zoals collega Jongman opmerkt, een apicale HCM aantonen. De MRI van deze wielrenner was bij het ter perse gaan van het mei nummer nog niet voorhanden. Deze toonde geen HCM, noch een apicale vorm van HCM aan. Mogelijk gaat de elektrische afwijking bij gerefereerde wielrenner aan de morfologische afwijking vooraf. Dit betekent dat alleen follow-up, soms vele jaren zoals beschreven door Pelliccia (Eur Heart J 2006), op termijn de diagnose kan bevestigen of niet. Zolang er geen overtuigende en keiharde criteria zijn voor een ziektebeeld met een hoog risico op cardiale calamiteiten luidt het advies “geen beperkingen ten aanzien van sportbeoefening”. Omdat wij weten dat een eerste symptoom van HCM plotse dood kan zijn, is het van belang om de sporter te wijzen op alarmerende inspanningsgebonden klachten die hij niet mag negeren, maar waarvoor hij zijn (sport)cardioloog zo spoedig mogelijk dient te consulteren. Nicole M Panhuyzen-Goedkoop, (sport)cardioloog Referenties Devlin AM, Moore NR, Ostman-Smith I. A comparison of MRI and echocardiography in hypertrophic cardiomyopathy. Br J Radiol. 1999 Mar;72(855):258-64. Pelliccia A, Di Paolo FM, Corrado D, Buccolieri C, Quattrini FM, Pisicchio C, Spataro A , Biffi A, Granata M, Maron BJ. Evidence for efficacy of the Italian national pre-participation screening programme for identification of hypertrophic cardiomyopathy in competitive athletes. Eur Heart J 2006;27:2196–2200 doi:10.1093/eurheartj/ehl137. nummer 3 | juli 2013 | Sport & Geneeskunde 39 Pagina 38

Pagina 40

Scoor meer met een webwinkel in uw PDF-en. Velen gingen u voor en publiceerden rapporten online.

Sport & Geneeskunde nummer 3 | Juli 2013 Lees publicatie 24Home


You need flash player to view this online publication