Overzichtsartikel achillespezen significant(p< 0,001) minder echo types I en II aanwezig waren dan in de groep asymptomatische pezen. Hierbij werd tevens een hoge inter-beoordelaar betrouwbaarheid waargenomen(ICC 0,92-0,95). Middels UTC kan de pees kwantitatief worden beoordeeld ten aanzien van de verschillende stadia van tendinopathie.35 De gevolgen voor de sporter, coach en de club zijn vaak zeer groot, zowel fysiek, pyschologisch als financieel.6-8 Normaal UTC wordt gezien als een veelbelovend toekomstig instrument om behandel protocollen te evalueren. MSU bij spierletsel Echografie kan een rol spelen bij snelle en adequate diagnostiek. Spierletsel maakt tot wel eenderde uit van het totaal aantal sportblessures bij bijvoorbeeld voetballers. gesproken bestrijkt een beeldopname (field of view) een gebied van 3-4 cm. Met de softwaretoepasssing van ‘extended field of view’ (FOV), aanwezig op de moderne echo apparatuur, kan de field of view veel groter gemaakt worden (tot wel 100 cm), waardoor de anatomische verhoudingen beter kunnen worden afgebeeld. Door deze softwaretoepassing zijn de beelden voor de meeste clinici en patiënten eenvoudiger te begrijpen.9 Figuur 4. graad II . Een 24-jarige mannelijke oud beroeps voetballer met een graad II hamstring ruptuur. Transversale echo beelden laten vocht zien(pijltjes) binnen de fascie tussen de lange en korte kop van de biceps femoris in combinatie met een partiële ruptuur van de spier. De echografist dient te beschikken over gedetailleerde kennis van de anatomie en ervaring in het maken van onderscheid tussen normaal en abnormaal spierweefsel in zowel statische als dynamische setting. Lineaire hoog-frequente transducers worden meestal gebruikt (9–17 MHz) en geven excellente ‘near-field’ resolutie, maar hebben als nadeel een geringe penetratiediepte. Bij sporters met forse spieromvang kunnen de dieper gelegen spieren soms moeilijk visualiseerbaar zijn, waardoor letsels kunnen worden gemist.10 Een curvelineaire laagfrequente (3–7.5 MHz) transducer kan dan een optie zijn met als nadeel een lagere spatiale resolutie, waardoor kleinere letsels kunnen worden gemist. Echografisch wordt een contusie gekenmerkt door een gebied van hyperechogeniciteit in de spier welke fascieoverstijgend is (figuur 4).9 Als de impact groot genoeg is zal er sprake zijn van rupturering van myofibrillen en lokale bloeding, resulterend in haematoomvorming (figuur 5). In de eerste 24–48 uur zal het haematoom imponeren als een onregelmatig begrensde spierlaceratie, door hypoechogeen vocht met verhoogde reflectiviteit gescheiden van het omliggende spierweefsel.9 Na 48–72 uur zal het haematoom zich ontwikkelen tot een echografisch helder gemarkeerde hypoechogene vochtcollectie. Het haematoom kan in het geval van ernstige klachten worden ontlast middels echogeleide punctie 10–14 dagen na het initiële letsel.11 De ernst van de afwijkingen zouden mogelijk ook in relatie staan tot de prognose ten aanzien van te verwachten herstelduur. Peetrons et al.12,13 beschreven het eerste echografische Figuur 5. graad III. Een 26-jarige professionele voetballer met een graad III hamstrings letsel. De hamstring spierbuik is gesepareerd (pijlhoofdjes) van de pezen(pijl) verbonden met de ischiale tuberositas(l). 3 punt graderingsysteem ter classificatie van spierletsels. - Grade I (stretch injury): a small tear resulting in <5% loss of function (figuur 3). - Grade II (partial tear): a larger tear with 5–50% loss of function (figuur 4). 16 Sport & Geneeskunde | april 2014 | nummer 2 Pagina 15

Pagina 17

Scoor meer met een web winkel in uw catalogussen. Velen gingen u voor en publiceerden spaarprogramma online.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | April 2014 Lees publicatie 29Home


You need flash player to view this online publication