Overzichtsartikel echografist in diverse studies is onderzocht. Over het algemeen is de inter-beoordelaarvariabiliteit in ervaren handen ten aanzien van de detectie van cuff letsels en overige subacromiale weke delen afwijkingen laag, terwijl de verschillen tussen ervaren en minder ervaren observatoren wisselend zijn.4 Er zijn vrij recent een tweetal studies onafhankelijk van elkaar verschenen die ook een redelijk goede intra-, en interbeoordeelaarreproduceerbaarheid van MSU beschrijven. In de eerste studie van Gelhorn40 naar 16 patellapezen van gezonde proefpersonen werd de ‘Intra-class correlation coefficient’ (ICC) gebruikt om de inter- en intra-beoordelaarbetrouwbaarheid te bepalen bij echografie. De echografische beoordeling werd steeds uitgevoerd door twee arts-onderzoekers met wisselende ervaring. Het betrof 16 patellapezen van gezonde jonge mensen, leeftijd 25-36 jaar oud. De ene arts had minimale echografische ervaring en de ander had een fellowship sportgeneeskunde gevolgd en drie jaar ervaring met de praktische uitvoering van MSU. Er werd door beide arts-onderzoekers steeds onafhankelijk en geblindeerd voor elkaars metingen beeldvorming verkregen met steeds twee machines te weten een Philips CX 50 met 3–12 Mhz transducer en een Biosound Mylab Gold met een 10-18 Mhz transducer. Er waren van te voren goed gedefinieerde scanprotocollen opgesteld, waarbij goed reproduceerbare landmarks werden afgesproken als referentiepunten voor de metingen. Een ICC > 0.75 werd als goed beschouwd, een ICC > 0.9 als excellent. De inter-beoordelaarbetrouwbaarheid was excellent met een ICC van 0.90 tot 0.92 voor de patellapees diameter en een ICC van 0.96 voor de lengte. De ICC voor intrabeoordelaarbetrouwbaarheid voor peesdiameter was ook excellent, met een ICC tussen 0.87 en 0.96. Inter-machinebetrouwbaarheid was ook excellent, met een ICC van 0.91-0.98 voor peesdiameter en 0.96-0.98 voor peeslengte. De conclusie van deze auteurs luidt dat met goed gedefinieerde scanprotocollen zowel een relatief onervaren als ervaren MSU echografist een hoge mate van machine-onafhankelijke inter-beoordelaarovereenstemming bereiken met vergelijkbaar excellente resultaten voor intra- en inter-beoordelaarbetrouwbaarheid. De auteurs geven wel aan dat gezien de grote diversiteit en kwaliteit in echo-apparatuur deze data niet zomaar mogen worden geëxtrapoleerd naar andere machines. Zij benadrukken verder dat de strakke scanprotocollen waar zij mee werkten waarschijnlijk een grote bijdrage hebben geleverd aan de behaalde resultaten. 18 Sport & Geneeskunde | april 2014 | nummer 2 In de andere studie van Poltawski41 worden 19 personen met een ‘tenniselleboog’ beschreven, waarbij middels zwart-wit echografie en powerdoppler beeldvorming werd gegenereerd. De inter- en intra-beoordelaar betrouwbaarheid werd gemeten voor detectie van peesverdikking, hypoechogeniteit, fibrillaire disruptie en calcificatie op een 4 puntsschaal en hyperemie op een 5 puntsschaal. De interbeoordelaarbetrouwbaarheid varieerde van 0.35 (95% CI: 0.05, 0.60) voor fibrillaire disruptie tot 0.77 (0.55, 0.88) voor zwart-wit(grey scale) score, en 0.89 (0.79, 0.95) voor hyperaemie. De intra-beoordelaarbetrouwbaarheid liep van 0.70 (0.48, 0.84) voor peesverdikking tot 0.82 (0.66, 0.90) voor zwart-wit score en 0.86 (0.73,0.93) voor calcificatie. De conclusie van de onderzoekers was dat MSU betrouwbaar is in de kwantificering van peespathologie en verandering daarvan in de tijd. Beschouwing en conclusie Echodiagnostiek van het bewegingsapparaat heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt en is een onmisbaar onderdeel geworden van adequate beeldvormende musculoskeletale diagnostiek. Gelet op de beschreven toepassingsmogelijkheden in combinatie met een hoge kosteneffectiviteit en snelle toegankelijkheid, verdient echodiagnostiek een prominentere plaats in een zichzelf respecterende sportmedische instelling of vakgroep sportgeneeskunde van een ziekenhuis. Recent is aangetoond dat de beschikking over MSU de initialisatie van een one stop shop poliklinische setting kan vereenvoudigen in opzet. Een dergelijk concept reduceert herhaalafspraken voor de patiënt. Helaas is niet in elk ziekenhuis een musculoskeletaal radioloog werkzaam en MSU is geen standaardonderdeel van de specialisatie tot radioloog. Naast de reumatoloog en de orthopaedisch chirurg42 kan de sportarts aan de randvoorwaarden voldoen om zich toe te leggen op echografie in de klinische setting. De sportarts heeft inzicht in de diagnostiek en behandeling van niettraumatische klachten van het bewegingsapparaat, heeft kennis van de diverse beeldvormende technieken en is daarmee in potentie geschikt om zich via een aanvullende specialisatie verder in MSU te bekwamen. De samenwerking sportarts – radioloog dient overigens niet uit het oog verloren te worden, omdat tijdens periodieke radiologiebesprekingen diagnostische inzet en indicatiegebieden kritisch beschouwd kunnen worden teneinde de kwaliteit van aanvullende diagnostiek te borgen. Het verdient aanbeveling, zeker nu een klinische erkenning Pagina 17
Pagina 19Scoor meer met een webshop in uw maandbladen. Velen gingen u voor en publiceerden jaarverslagen online.
Sport & Geneeskunde nummer 2 | April 2014 Lees publicatie 29Home