spanningsblok op bijvoorbeeld 65% van het vermogen behaald bij de maximale zuurstofopname (V .O2 ),3 te vermenigvuldigen met het zuurstofequivalent, zoals beschreven in vergelijking 2. Het zuurstofequivalent bepaalt de hoeveelheid energie die met behulp van 1 liter zuurstof vrijgemaakt kan worden. metabool vermogen = VO2 . (4940 . RER + 16040) Vergelijking 2 In deze vergelijking wordt de V .O2 uitgedrukt in L/s. Op deze manier kan met behulp van een submaximaaltest, uitgevoerd op de fiets, de efficiëntie van een sporter bepaald worden. Tijdens het schaatsen is het bepalen van de efficiëntie lastiger, omdat het tot op heden niet mogelijk is om via een directe methode het mechanisch vermogen dat een schaatser levert te meten. Aangezien enkele kinematische karakteristieken van de schaatshouding/techniek een relatie lijken te hebben met de efficiëntie tijdens het schaatsen,4,5 geeft het bestuderen van de schaatshouding/techniek ons inzicht in de schaatsefficiëntie. De volgende drie parameters bepalen in belangrijke mate de schaatshouding/techniek: de kniehoek (Ɵ1 ; figuur 1A), de romphoek (Ɵ0 ; figuur 1A) en de effectiviteit van de afzet (e; figuur 1B). Er wordt vanuit gegaan dat de effectiviteit van de afzet, de hoek tussen het afzetbeen en de horizontaal, gerelateerd is aan de schaatsefficiëntie. Een kleine hoek tussen het afzetbeen en de horizontaal betekend een effectieve afzet en dus een hoge schaatsefficiëntie.4 De effectiviteit van de afzet kan bepaald worden met behulp van een videocamera, die in het verlengde van het rechte eind (waar de schaatsers niet van baan wisselen) geplaatst wordt. Aan de hand van de 2-D pixelcoördinaten van het midden van het afzetbeen, ter hoogte van de heup, en de punt van het ijzer kan de effectiviteit van de afzet bepaald worden. Het is hierbij belangrijk dat de hoogte van het statief waarop de camera staat overeenkomt met de heuphoogte van de schaatsers en dat de camera waterpas staat. Alleen wanneer voldaan wordt aan deze voorwaarden is het mogelijk om de effectiviteit van de afzet nauwkeurig te bepalen, zoals beschreven in Noordhof et al.6 Het vermogensbalansmodel Bij het gebruik van het vermogensbalansmodel (zie tekstvak 1) voor het simuleren van wedstrijdprestaties wordt er vanuit gegaan dat een aantal factoren, zoals het dag-nacht Vermogensbalans Een wielrenner levert een moment rond zijn trapas door op de pedalen van zijn fiets te trappen. Dit moment en de trapfrequentie bepalen samen het mechanisch vermogen dat de wielrenner levert. Het mechanisch vermogen dat de wielrenner levert (op een vlakke weg) is nodig om de rolwrijving en de luchtwrijving te overwinnen. Wanneer het mechanisch vermogen gelijk is aan de vermogensverliezen (rolwrijving + luchtwrijving) rijdt de wielrenner met een constante snelheid. In de situatie dat het mechanisch vermogen geleverd door de wielrenner groter is dan de vermogensverliezen zal de wielrenner versnellen en wanneer de vermogensverliezen groter zijn dan het mechanisch vermogen dan zal de wielrenner vertragen. Het weergeven van deze situatie in een vergelijking (3), ziet er als volgt uit: PO – Prol Vergelijking 3 In deze vergelijking is PO het mechanisch vermogen dat de wielrenner levert (bijv. 400 W), Prol is het vermogen dat verloren gaat aan de rolwrijving, Plucht en het vermogen dat verloren gaat aan de luchtwrijving de verandering in kinetische energie, oftewel de verandering in snelheid van de wielrenner (positief = versnellen, negatief = vertragen). Deze vergelijking wordt de vermogensbalans genoemd. – Plucht = dt dEkin ritme en de hoogte boven zeeniveau waarop gepresteerd wordt, geen invloed hebben op de efficiëntie. Of deze aannames correct zijn is onderzocht aan de hand van een serie experimenten. Figuur 1. De kinematische karakteristieken van de schaatshouding/techniek. A: De pre-extensie kniehoek (q0) en romphoek (q1). B: De effectiviteit van de afzet (e) (afkomstig uit Noordhof et al.6 ). nummer 2 | april 2014 | Sport & Geneeskunde 33 Pagina 32

Pagina 34

Interactieve web relatiemagazine, deze folder of uitgave is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het bladerbaar maken van digi-boeken.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | April 2014 Lees publicatie 29Home


You need flash player to view this online publication