Om te weten of het beschikbare wetenschappelijke bewijs voldoende evidentie heeft om daadwerkelijk het probleem op te lossen, moet er een beschrijving worden gegeven van de verwachte toename in gezondheid na implementatie van een bewuste interventie. Dit moet zowel op individueel niveau (bijvoorbeeld een afname in blessurerisico, een afname in restverschijnselen na een letsel, toegenomen prestatie, snellere terugkeer in het veld) als op gemeenschapsniveau (bijvoorbeeld afname in (economische) last van een blessure, toename in sportparticipatie, afname in gebruik van zorg) zorgvuldig beschreven worden.13 Dit is extra belangrijk als er meerdere programma’s of interventies beschikbaar zijn. De beslissing over welke interventie, of welk onderdeel daarvan, wordt gebruikt, wordt op een later moment in het KTS genomen. Het komt regelmatig voor dat een interventie effectief is gebleken in een andere context, sport of populatie. Dit heeft uiteraard invloed op de te verwachten impact van een interventie. Ten slotte is het raadzaam om professionals uit de praktijk, clinici en andere experts zoals auteurs van relevante artikelen te raadplegen. Deze kunnen aanvullingen geven die van belang zijn bij de uiteindelijke keuzes en implementatie. Naast evidentie over de te verwachten gezondheidswinst is ook informatie nodig over de context en eventuele procesmatige uitkomsten van voorgaand onderzoek. Het is eerder al genoemd dat evidentie verkregen kan zijn in een andere setting, bij een andere sport of andere doelgroep. Daarnaast hangt de implementatie van een interventie af van de betrokken stakeholders, daarvan moet dan ook een inventarisatie worden gemaakt.14 Uiteindelijk zullen deze inspanningen resulteren in een duidelijk overzicht van de aanknopingspunten voor implementatie, maar ook van onderdelen die minder goed bij de context van het probleem passen. Dit overzicht kan vervolgens gebruikt worden om betrokkenen te identificeren die onmisbaar zijn voor het succesvol implementeren van een interventie. Deze sleutelfiguren worden vervolgens uitgenodigd om in de volgende stap deel te nemen aan de KennisTransfer Groep.15 Stap 3 – Kennistransfer groep De eerste twee stappen van het KTS zijn vooral theoretisch en beschrijvend van karakter. Vanaf stap drie zal alle verzamelde informatie worden omgezet naar een praktisch ‘product’. KTS groep Daarvoor wordt een KennisTransfer Groep (KTS groep) opgezet. Deze groep bestaat uit de uiteindelijke gebruikers KTS groep versus focusgroep De opzet van een KTS groep is vergelijkbaar met de focusgroepen die worden gehouden bij andere methodes zoals IM.12 De IM focusgroepen worden echter alleen gebruikt door de onderzoekers om informatie in te winnen vanuit een specifieke populatie. Deze informatie wordt vervolgens gebruikt om een interventie te ontwikkelen. Een KTS groep werkt anders, omdat de groep gezamenlijk de verantwoordelijkheid draagt voor het proces. Elke deelnemer wordt betrokken bij zowel de discussie als de ontwikkeling van het eindproduct dat geïmplementeerd gaat worden (stap 4). Stappen van de KTS groep Een KTS groep komt meerdere malen bijeen, maar het aantal sessies hangt af van de discussie binnen de groep en hoe de ontwikkeling van het ‘product’ verloopt (stap 4). Afspraken over de doelen en het verwachte proces van een KTS groep nummer 2 | april 2014 | Sport & Geneeskunde 9 van het product, stakeholders uit de praktijk (geïdentificeerd bij stap 2) en onderzoekers met expertise op het gebied van het (letsel)probleem. Daarnaast is een onafhankelijke voorzitter nodig, die niet betrokken is geweest bij het uitwerken van het idee en de inhoud van de interventie. Deze zal de discussie rondom verdere uitwerking van het KTS in goede banen leiden. Bezetting KTS groep Idealiter zou een KTS groep bestaan uit tenminste twee eindgebruikers, twee onderzoekers met verschillende achtergronden (fundamenteel en epidemiologisch), twee (sport)artsen (of andere clinici), aangevuld met vertegenwoordigers van andere stakeholders. Het betrekken van de uiteindelijke gebruikers bij de ontwikkeling van een interventie is nieuw in de sportgeneeskunde10,15 daard in bijvoorbeeld de gezondheidsbevordering.16-18 , maar stanEen KTS groep moet aan de ene kant niet te groot zijn om een open discussie te stimuleren, maar aan de andere kant moeten wel alle betrokkenen een stem hebben. Bij het zoeken naar een balans in aantal deelnemers aan een KTS groep moeten de uiteindelijke gebruikers (atleten), sportmedische zorgverleners en onderzoekers zwaar meewegen. In sommige gevallen zal een interventie zich niet alleen richten op atleten, bijvoorbeeld bij een aanpassing van spelregels, nieuwe behandelprotocollen of EHBO-richtlijnen. echter, omdat het doel van het te ontwikkelen ‘product’ primair is gericht op het optimaliseren van de gezondheid van de atleet is de stem van de atleet erg belangrijk in een KTS groep. Pagina 8

Pagina 10

Scoor meer met een webwinkel in uw presentaties. Velen gingen u voor en publiceerden PDF's online.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | April 2014 Lees publicatie 29Home


You need flash player to view this online publication