Figuur 1: De migratie van het caput mediale van de m. gastrocnemius tijdens de embryonale ontwikkeling van de onderste extremiteit. A: de mediale gastrocnemiuskop ligt op zijn aanvankelijke laterale origo, tezamen met het caput laterale. B t/m D: in verschillende stappen vindt de migratie van de mediale gastrocnemiuskop plaats, waarbij de kop zich eerst door de fossa poplitea verplaatst, waar op dat moment de a. ischiadica in regressie gaat zodat de weg hier als het ware ‘vrij’ is voor de migratie (afb. C). Na de mediale verplaatsing vindt een verplaatsing naar craniaal plaats zodat de uiteindelijke origo wordt bereikt op de facies dorsalis van de condylus femoris medialis.11 (Figuur gereproduceerd met toestemming van de uitgever van het bronartikel) dat de primitieve arterie toch persisteert, als a. poplitea profunda.11 Verstoringen in de tijdsrelatie van de ontwikkeling van de a. poplitea en m. gastrocnemius liggen ten grondslag aan het ontstaan van PAES. Classificatie: 6 typen PAES Op basis van de embryologische mechanismen zijn 4 verschillende anatomische varianten van PAES te onderscheiden. Daarnaast kennen we een veneuze en een functionele vorm.24 Type I: Een ‘te vroeg’ aangelegde distale a. poplitea. Wanneer de mediale gastrocnemiuskop vanaf zijn originele laterale positie migreert naar mediaal (zie: figuur 1), wordt de arterie meegenomen en zal deze een karakteristieke mediale knik vertonen. PAES type I kan worden beschouwd als de klassieke vorm, waarbij typische klachten in de meeste gevallen te provoceren zijn door de voet in maximale plantairflexie tegen weerstand te brengen. Bij contractie van de m. gastrocnemius komt de a. poplitea klem te zitten.7,11,12,25 Type II: Een variant van type I, waarbij de vroeg aangelegde distale a. poplitea de migratie van de mediale gastrocnemiuskop tegenhoudt. De uiteindelijke origo van de mediale gastrocnemiuskop komt hierdoor meer naar lateraal op de facies dorsalis femoris te liggen. Er is een kleinere, minder uitgesproken mediale deviatie van de arterie aanwezig. De flow kan er echter wel door worden gehinderd.7,11,12,25 Type III: Er blijft tijdens de migratie van de mediale gastrocnemiuskop een mesodermale verbinding bestaan tussen het laterale en mediale gedeelte van de spier. Deze kan zich ontwikkelen tot een fibreuze, musculeuze of meer tendineuze streng. De a. poplitea ligt diep ten opzichte van de Figuur 2:De afbeeldingen A t/m E tonen stapsgewijs de embryonale ontwikkeling van de arteriële vascularisatie in de onderste extremiteit. Tijdens dit proces wordt de primitieve arterie (weergegeven in zwart) voor het grootste deel vervangen en gaat deze in regressie (zie o.a. afb. C en D). De a. poplitea ontwikkelt zich in drie verschillende fasen. De ontwikkeling van het distale gedeelte van de a. poplitea en de migratie van het caput mediale van de m. gastrocnemius hangen nauw met elkaar samen. Verstoringen in de tijdsrelatie kunnen leiden tot anatomische veranderingen die zich klinisch kunnen uiten als PAES. In rood zijn de zich nieuw ontwikkelende arteriën weergegeven.21 (Figuur gereproduceerd met toestemming van de uitgever van het bronartikel) Figuur 3. PAES type I 7 (Figuur gereproduceerd met toestemming van de uitgever van het bronartikel) Figuur 4. PAES type II 7 (Figuur gereproduceerd met toestemming van de uitgever van het bronartikel) nummer 3 | juli 2014 | Sport & Geneeskunde 17 Pagina 16

Pagina 18

Voor edities, online brochures en verenigingsbladen zie het Online Touch CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw publicaties.

Sport & Geneeskunde nummer 3 | juli 2014 Lees publicatie 32Home


You need flash player to view this online publication