Sportmedische praktijk Tabel 1. patiënt eigenschappen Patiënte A (geen klachten) Leeftijd Biometrie Bloeddruk Natrium Kalium Voorgeschiedenis Eerste symptomen Klachten na inspanning Medicatie 64 jaar 1,70 m; 84,5 kg (BMI 29,2 kg/m2 143/80 mmHg 144 mmol/L 4,7 mmol/L Addison door auto-immuniteit Primaire hypothyreoïdie Primaire hyperparathyreoïdie 12 jaar geleden 2-3 dagen spierstijfheid Hydrocortison 30 mg/dg (10-5-5-10) Fludrocortison 0,625 µg/dg Levothyroxine 100 µg/dg DHEA 10 mg/dg Sport Extensief Intensief Spinning, badminton, skiën, wandelen, fietsen, schaatsen 3 uur/wk 2 uur/wk ) Patiënte B (veel klachten) 43 jaar 1,78 m; 99,3 kg (BMI 31,3 kg/m2 134/83 mmHg 137 mmol/L 3,9 mmol/L Addison door auto-immuniteit Primaire hypothyreoïdie 13 jaar geleden Onwelwording en orthostatische hypotensie na ca 5-10 min Hydrocortison 30 mg/d (10-5-5-10) Fludrocortison 0,625 µg om de dag Thyroxine 250 µg/dg DHEA 30 mg/dg 2-3dd1 wandelen, fietsen (elektrische fiets) 2,5 uur/wk - (niet mogelijk i.v.m. klachten) ) is de verminderde spier glycogenolysecapaciteit niet bevestigd, wel zijn verlaagde glucose- en lactaatspiegels gemeten tijdens inspanning bij addisonpatiënten.3,10-12,15 Een belangrijk verschil met de dierstudies is dat bij de humaan onderzoek geen spierglycogeedepletie protocol is gebruikt tijdens de inspanningstest (inspanningsduur 2-3 uur). In dierstudies is gebleken dat de verminderde inspanningscapaciteit volledig normaliseert door toediening van adrenaline tijdens inspanning. Deze resultaten suggereren behandelmogelijkheden voor addisonpatiënten met een b2-agonist zoals salbutamol. Onderzoeksopzet Hypothese Deze casestudie heeft als hypothese dat een verschil in adrenalinerespons tijdens inspanning verantwoordelijk is voor een verschil in subjectieve moeheid bij addisonpatiënten. Om de hypothese te testen werden de adrenalinespiegels tijdens inspanning van een addisonpatiënte met subjectief uitgesproken chronische vermoeidheidsklachten vergeleken met een patiënte zonder klachten. Daarnaast werden de glucose en lactaatspiegels en de prestaties op de inspanningstest vergeleken. 34 Sport & Geneeskunde | juli 2014 | nummer 3 Methoden Een addisonpatiënte met de typische moeheidsklachten (patiënte B) werd vergeleken met een addisonpatiënte zonder klachten (patiënte A). Patiënte A meldde zich als vrijwilliger aan na een oproep door de Nederlandse vereniging voor Addison en Cushing patiënten (NVACP). Patiënte B consulteerde in een eerder stadium een sportarts in verband inspanningsintolerantie, chronische vermoeidheid en frequente onwelwordingen na inspanning. De karakteristieken van beide patiënten staan in tabel 1. Beide patiënten ondergingen een inspanningstest op een fietsergometer met meting van zuurstofopname, ECG en bloeddruk. In rust, op het omslagpunt en tijdens maximale inspanning werd een veneuze bloedstaal afgenomen. In het plasma werden de adrenaline-, noradrenaline- (volgens de methode beschreven door Van der Hoorn22 centraties bepaald. ) en lactaatconResultaten De resultaten van de inspanningstesten staan vermeld in tabel 2. De adrenalinerespons is in beide patiënten vrijwel afwezig (grafiek 1). De noradrenalinerespons is uitgesproken in patiënt B, alle waarden bevinden zich boven de re Pagina 33

Pagina 35

Heeft u een onderwijscatalogus, publitas of internet onderwijs catalogussen? Gebruik Online Touch: artikel bladerbaar maken.

Sport & Geneeskunde nummer 3 | juli 2014 Lees publicatie 32Home


You need flash player to view this online publication