gens in rust weer verdwijnt. Sommige onderzoekers zijn van mening dat de verhoogde druk leidt tot een verstoorde lokale weefseldoorbloeding (ischaemie)3,4 dit in twijfel5,6,7 , anderen trekken . Drukverhoging in een spiercompartiment kan acuut optreden (acuut compartiment syndroom, ACS), of chronisch, reversibel bij een specifieke inspanning (CICS). De acute variant treedt vooral op na trauma. ACS na inspanning is zeldzaam; mogelijk is er bij deze patiënten al sprake van CICS voordat ACS optreedt8,9 . ACS vereist onmiddellijke operatieve behandeling (fasciotomie) om de structuren in het compartiment te behoeden voor permanente schade10 . Chronisch recidiverende drukverhoging in een compartiment, gerelateerd aan intensief gebruik van spieren, is in Nederland voor het eerst gedetailleerd beschreven door Reneman10 . Zijn patiëntenpopulatie bestond voornamelijk uit militairen. CICS kan optreden in elk spiercompartiment, maar komt het meeste voor in het voorste compartiment van het onderbeen. De jonge militair met CICS beschrijft knellende of brandende pijn bij inspanning aan de voorzijde van het onderbeen (voorste compartiment of lateraal compartiment) of diep in de kuit (diepe kuitcompartiment). De pijn treedt vooral op bij marsen en hardlopen en verdwijnt snel na het onderbreken van de activiteit, meestal binnen 15 minuten. Bij langdurig bestaande CICS kan de pijn na inspanning langer aanblijven. Het natuurlijk beloop is ongunstig. Zonder therapie zijn patiënten vaak na jaren nog niet in staat om te rennen11,10 . Defensiebrede prevalentie-/incidentiecijfers van overbelastingblessures van de onderbenen zijn er niet. Wel is er informatie over deelpopulaties. Hieruit blijkt dat MTSS en CICS enkele jaren geleden tot de top 3 behoorden van overbelastingsblessures die leiden tot onderbreking van een opleiding en dat leerling-militairen met deze aandoeningen significant langer in een revalidatiepeloton verbleven12,13 . In 2011 initieerde de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg (IMG) een Defensiebrede werkgroep ‘Onderbeenklachten’, onder voorzitterschap van TGTF, met deelname van militaire zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling van chronische onderbeenklachten. De werkgroep had twee doelstellingen: 1. de zorg van de professionals op dit terrein binnen Defensie beter op elkaar afstemmen; 2. verbeteringen in de zorg voor militairen met onderbeenklachten identificeren en invoeren. In dit artikel worden de bevindingen en aanbevelingen van de werkgroep Onderbeenklachten gerapporteerd. Achtereenvolgens wordt besproken hoe professionals in de militaire preventieve zorg (met name bij de aanstellingskeuring, in de militaire opleiding en bij de herbeoordeling op dienstgeschiktheid), in de curatieve zorg Preventieve maatregelen De aanstellingskeuring biedt de Defensieorganisatie een eerste mogelijkheid om aan preventie van onderbeenklachten te werken. Tot enkele jaren geleden kwamen overwegend kandidaat-militairen zonder eerdere ervaring met onderbeenklachten bij de aanstellingskeuring14 (eerste lijn op de kazernes en tweede lijn in het Centraal Militair Hospitaal CMH en bij TGTF) en in de revalidatiezorg (derde lijn) kunnen handelen bij onderbeenklachten. . echter, met de komst van de pre-militaire opleiding Veiligheid en Vakmanschap (VeVa) op scholen voor middelbaar beroepsonderwijs in 2009, is dat beeld gewijzigd. Tijdens de opleiding VeVa krijgt circa de helft van de studenten een sportblessure, waarbij in de categorie ‘overbelasting’ onderbeenklachten en rugklachten het meest frequent voorkomen15 . Bij de aanstellingskeuring kan gezocht worden naar risicofactoren voor overbelastingsblessures van de onderbenen. Tabel 1 toont welke risicofactoren in de literatuur worden genoemd voor het ontwikkelen van onderbeenklachten in een militaire omgeving. Indien een kandidaat-militair meerdere risicofactoren voor het ontwikkelen van onderbeenklachten heeft, kan de uitslaggevend bedrijfsarts een aantal preventieve maatregelen nemen: - de kandidaat-militair wordt in een lager functiecluster ingedeeld, waar beenbelasting in de vorm van hardlopen, marsen en verplaatsen te voet minder gevraagd zal worden; - de kandidaat-militair wordt tijdelijk afgewezen, om te herstellen en de risicofactoren gunstig te beïnvloeden; - de kandidaat-militair wordt definitief afgewezen (bij een zeer ongunstig risicoprofiel). De uitslaggevend bedrijfsarts voorkomt hiermee verder blessureleed en teleurstelling voor de kandidaat, alsmede opleidingsuitval, revalidatiekosten en vacante functies voor de organisatie. Een prospectieve studie naar het relatieve belang van de genoemde risicofactoren in de Nederlandse militaire setting ontbreekt. Op basis van ervaring zijn volgens de werkgroep de volgende risicofactoren krachtige voorspellers voor het ontwikkelen van overbelastingsblessures bij jonge militairen: actuele status (geblesseerd op het moment van keuring), onderbeenklachten in de voorgeschiedenis, wandel- en hardlooptechniek, vrouwelijk geslacht en gebrek aan ervaring met loopsporten (gedefinieerd als meerdere jaren training in een beenbelastende sport, bv. voetbal, atletiek). Deze laatste factor blijk uit onderzoek een voornummer 1 | maart 2015 | Sport & Geneeskunde 7 Pagina 6

Pagina 8

Heeft u een pdf, zmags of e-sportbladen? Gebruik Online Touch: onderwijs catalogus van papier naar digitaal converteren.

Sport & Geneeskunde nummer 1 | maart 2015 Lees publicatie 45Home


You need flash player to view this online publication