een refractuur.10,11 Dit is in andere onderzoeken toegeschreven aan de locatie, proximaal in het MT-V bot, net distaal van het intermetatarsale gewricht met de 4e metatarsale. De fractuur bevindt zich namelijk in de metafyse en deze zone beschikt over een verminderde bloedvoorziening, in de literatuur ook wel ‘watershed area’ genoemd.12-14 Omdat de MT-V stressfractuur hierdoor potentieel carrièrebedreigend kan zijn, is alertheid op het bestaan ervan, het stellen van de juiste diagnose en het instellen op de juiste behandeling van groot belang. Het doel van deze studie is de stand van zaken ten aanzien van stressfracturen van MT-V te geven aan de hand van de incidentie en behandelingsresultaten van MT-V stressfracturen onder profvoetballers in de eredivisie en eerste divisie in Nederland. Materiaal en Methode Enquête clubartsen Het betreft een observationeel cross-sectionele studie. Aan alle clubartsen (n=51) die op enig moment tussen 2008-2012 de verantwoording hadden over een van de in totaal 36 Nederlandse ere- en eerste voetbaldivisie (of Jupiler League) werd de volgende papieren vraag gesteld op een sportartsensymposium: “Heeft u een speler met een stressfractuur van het os metatarsale V onder uw verantwoordelijkheid gehad tussen 2008 en 2012?”Indien dit in een van de jaren het geval was, werd er een aanvullende online enquête gestuurd naar de verantwoordelijke clubarts op dat moment. Deze aanvullende enquête was opgesteld door de auteurs (NL, SG en GK) en bestond uit drie delen: algemeen en risicofactoren, diagnostiek en behandeling en revalidatie. In totaal bestond de enquête uit 61 vragen over elke speler die een stressfractuur had doorgemaakt. Clubartsen die een vragenlijst niet of onvolledig invulden, werden wekelijks telefonisch of per mail herinnerd en gevraagd dit alsnog te doen. Literatuuroverzicht Er werd gezocht in de volgende databases: Cochrane Central Register of Controlled Trials, MEDLINE via PubMed en EMBASE. De gebruikte zoektermen zijn: stress* AND fracture* AND (sport* OR athlete*) AND metatarsal* AND (fifth OR 5th). Artikelen met betrekking tot incidentie, pathofysiologie en behandeling van MT-V stressfracturen bij voetbalspelers werden beoordeeld en geselecteerd. Analyses De data werden geanalyseerd met behulp van SPSS versie 19.0 (Chicago, VS). De resultaten zijn voornamelijk beschrijvend en weergegeven in de vorm van frequenties of gemiddelden met standaarddeviaties of range, afhankelijk van het aanwezig zijn van normale verdeling. Resultaten Enquête clubartsen In de periode oktober 2012 tot maart 2013 werd de eerste vraag beantwoord door 50 artsen die van 2008 tot 2012 verantwoordelijk waren geweest voor een eerste- of eredivisie club in Nederland. Eén arts kon de vraag niet beantwoorden (respons ratio van de eerste vraag was daarmee 98%). Via deze eerste vraag werden door 14 clubartsen, 28 verschillende spelers gerapporteerd met een stressfractuur van de MT-V. Dit komt neer op elk zesde seizoen een speler met een MT-V stressfractuur in het voetbalteam. Naar de artsen die een stressfractuur van de MT-V rapporteerden werd de aanvullende vragenlijst gestuurd, waarvan die over 22 voetballers met MT-V stressfracturen – gedeeltelijk – werd ingevuld (respons ratio 79%). De karakteristieken van de spelers die een MT-V stressfractuur hadden doorgemaakt zijn vermeld in tabel 1. De mediane leeftijd was 22 jaar en de diagnose werd over het algemeen binnen een maand gesteld, met een uitschieter naar 7 maanden. Tien fracturen zaten in het standbeen, twaalf spelers hadden een normale voetstructuur, vier hadden pes planus. In 35% van de gevallen was er sprake van een intensievere trainingsperiode voorafgaande aan de fractuur. De behandeling was conservatief of operatief; acht voetballers werden initieel conservatief behandeld, wat bij zes voetballers inhield 6 weken onbelast gips. Dertien spelers werden operatief behandeld met zuggurtungfixatie (n=7), een intramedullaire scroef (n=5) of plaatosteosynthese (n=1). Er was bij vijf spelers sprake van een refractuur, waarvan vier in de operatieve ( zuggurtung) groep. Alle refracturen werden operatief behandeld en ten tijde van de enquête was één speler hiervan nog aan het revalideren (12 weken postoperatief). Verder waren alle spelers hersteld en weer op hun oude niveau aan het voetballen, waarvoor een mediane tijd van 4 maanden nodig was (range 2-13). Voor het hervatten van de training was een mediane tijd van 3 maanden nodig (range 1-5). Hierin was geen verschil tussen de operatief en conservatief behandelden. Het weinig voorkomen van de aandoening maakt onderzoek naar deze aandoening moeilijker en vergt een lange tijdsinspanning nummer 2 | juli 2015 | Sport & Geneeskunde 7 Pagina 6

Pagina 8

Voor clubmagazines, online onderzoeksrapporten en spaarprogramma zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw relatiemagazines.

Sport & Geneeskunde nummer 2 | juli 2015 Lees publicatie 49Home


You need flash player to view this online publication